Ouders bellen of mailen ons vaak met de vraag of zij zich zorgen moeten maken over het gedrag van hun ‘scheidingskind’. Vraagt u zich dat ook wel eens af? Lees dan verder.
Veerkracht
De meeste kinderen lukt het wonderbaarlijk goed om een scheiding te verwerken. Hun veerkracht is groot. Dat wil overigens niet zeggen dat de pijn weg is, maar dat ze een manier hebben gevonden om er goed mee om te gaan. Tegelijkertijd zijn er ook kinderen die er veel moeite mee hebben, ze lopen vast in hun verwerkingsproces.
Vaak zijn dat scheidingskinderen die door de omstandigheden van de scheiding tot een risicogroep behoren.
Risicogroep
Scheidingen met de meest nadelige gevolgen voor kinderen zijn scheidingen waarbij:
- Ouderlijke conflicten blijven voortduren na de scheiding. Kinderen die dit meemaken lopen de meeste schade op, vaak levenslang.
- De ouder waarbij het kind woont problemen heeft.
- Het kind veel veranderingen heeft doorgemaakt als gevolg van de scheiding (bijvoorbeeld: verhuizing, andere school, contactverlies met een deel van de familie, contactverlies met de andere ouder, financiële achteruitgang etc).
- Sprake is van sterke financiële achteruitgang.
- Een slechte band met de uitwonende ouder bestaat.
Zorgelijk gedrag herkennen
Het is niet altijd even gemakkelijk om zorgelijk gedrag te definiëren. Als u bijvoorbeeld het volgende herkent, kan er sprake zijn van vastlopende rouw.
Uw kind:
- blijft lange tijd neerslachtig en kan niet meer echt enthousiast zijn.
- heeft bij voortduring geen zin in dagelijkse activiteiten.
- blijft situaties, dingen of personen vermijden.
- zijn /haar ontwikkeling stagneert over een langere periode.
- heeft langere tijd lichamelijke klachten waar geen lichamelijke oorzaak voor te vinden is.
- heeft langdurige slaapproblemen en/of nachtmerries.
- vertoont langdurig (zeer) angstig gedrag.
- kijkt opeens heel negatief tegen allerlei dingen aan.
- laat langdurig opvallend zorgzaam gedrag naar de ouder(s) of broertjes of zusjes zien en lijkt zelf niets te verwerken.
- vertoont voortdurend beschadigend gedrag naar zichzelf en/of anderen. Of maakt bij voortduring dingen stuk.
- spreekt alleen maar negatief over de uitwonende ouder, gelooft alles wat de andere ouder zegt over de uitwonende ouder, terwijl de band met de uitwonende ouder voor de scheiding goed was. Er kan sprake zijn van het zogenaamde ouderverstotingssyndroom.
- praat bij voortduring niet over de scheiding en komt onaangedaan over.
- lijkt steunpilaar van de ouder(s). Als het kind betrokken wordt bij de problemen van (een van de) ouders en de zorg voor ouder op zich neemt (parentificatie).
- heeft ‘verkeerde’ vrienden.
Zoek begeleiding
In deze gevallen is het zinvol om hulp/begeleiding voor uw kind te zoeken. Initieer deze hulp als het even kan samen met uw ex-partner. Ook al bent u misschien geen vrienden, het is belangrijk voor uw kind dat u beide de opvoeding en de zorg deelt voor uw kind, zeker als het niet goed gaat met hem of haar! Zoek hier een gespecialiseerde hulpverlener in uw omgeving.
REAGEER OP DEZE BLOG