Deze zaak gaat over twee ex-partners, waarbij de man aan de vrouw kosten in levensonderhoud moet betalen, oftewel partneralimentatie. De relatie tussen beiden is echter totaal verstoord. De man wil daarom geen alimentatie meer betalen en stelt dat er geen sprake is van lotsverbondenheid. Wat gebeurde er precies en hoe denkt de rechter hierover? Mag hij afzien van de partneralimentatie?
Waar gaat de zaak over?
De man en vrouw zijn op 10 april 2010 naar de rechter gegaan om de scheiding aan te vragen. Aan de man is door de rechter een partnerbijdrage opgelegd van € 1370,- per maand. Hij was het hier niet mee eens en is naar het hof gegaan. Het hof heeft vervolgens bepaald dat de bijdrage zelfs € 1965,- per maand is. Twee jaar later is bij de rechtbank in Roermond de partnerbijdrage teruggeschroefd naar € 995,75 per maand. De bijdrage bedraagt in verband met indexering vanaf januari 2017 € 1065,26 per maand.
De man is nu opnieuw naar de rechter gegaan, omdat hij vindt dat hij geen partnerbijdrage meer hoeft te betalen. Dit omdat er geen sprake meer is van zogenaamde ‘lotsverbondenheid’ tussen hem en zijn ex-vrouw. Er is een veranderde omstandigheid ten opzichte van de eerder gedane rechterlijke uitspraken. Zijn ex-partner toont namelijk kwetsend en grievend gedrag en kan volgens hem zelf in haar levensonderhoud voorzien. En als zij stelt dat dit niet zo is, is dit aan haar zelf te wijten. Ze onderneemt zelf geen activiteiten die eraan kunnen bijdragen dat ze wel in haar eigen levensonderhoud kan voorzien.
De man wil van de rechter een oordeel over zijn stelling dat er geen sprake is van lotsverbondenheid.
De man: geen lotsverbondenheid door gedrag van ex
Vanaf het moment dat zij uit elkaar zijn, heeft de man ernstige problemen met zijn ex-vrouw. Hun minderjarige dochter woont bij hem en er is een omgangsregeling voor zijn ex getroffen. Nu heeft zij ook nog een dochter uit een eerder huwelijk die uit huis wordt geplaatst. Zijn ex geeft ook aan dat zij door hem mishandeld is en hun kind ook. Allerlei onderzoeken wijzen echter uit dat deze beschuldigingen niet juist zijn. In december 2016 is bovendien door de rechter bepaald dat de vrouw niet of onvoldoende in staat is om hun dochter op te voeden. De man kreeg daarom alleen het gezag. Zijn ex-vrouw heeft vervolgens een plan gemaakt om ervoor te zorgen dat hun dochter bij haar kwam wonen en ze heeft hun dochter tegen haar vader opgezet. Er is inmiddels sprake van jarenlange pesterijen, agressie, bedreigingen en meer psychische geweldplegingen. Het gedrag van de vrouw heeft ertoe geleid dat de dochter zich tegen haar vader heeft afgekeerd en tijdelijk uit huis is geplaatst.
Vanwege deze situatie geeft de man aan dat hij niet langer volledig of gedeeltelijk bijdraagt aan het levensonderhoud van zijn ex-vrouw. Zijn ex toont met haar gedrag geen enkele lotsverbondenheid, maar verwacht wel financieel gesteund te worden.
De man vindt dit niet kunnen en omdat er geen lotsverbondenheid is, vindt hij dat het bedrag gematigd moet worden, de termijn verkort moet worden of de volledig alimentatie moet vervallen. Daarnaast heeft het huwelijk nog geen 7 jaren geduurd, maar betaalt hij al 8 jaren partneralimentatie.
Wat zegt zijn ex-vrouw?
Zijn ex-partner is het hier niet mee eens. De keuze om het hoofdverblijf van hun dochter na de scheiding bij haar ex-man te plaatsen was vooral vanwege de fiscale voordelen. Zij zegt de dagelijkse zorg te hebben gehad en dat er pas sinds een jaar communicatieproblemen zijn. De vrouw geeft aan dat hun dochter zelf zo is gaan kijken naar haar vader. Ook stelt ze dat zij zich telkens moet verweren tegen de stelling dat ze psychisch gestoord is volgens haar ex.
Er is volgens haar dus zeker wel lotsverbondenheid, alleen al gezien het feit dat ze samen een dochter hebben. De juridische procedures staan hieraan niet in de weg. Ook haar ex-man maakt haar zwart. Hun dochter zet zich tegen haar vader af, omdat hij naar Brussel wil verhuizen. Toen half mei 2017 bekend werd dat de vrouw niet psychisch gestoord is, heeft hun dochter zich tegen haar vader afgekeerd.
Het oordeel van de rechter: geen lotsverbondenheid, geen partneralimentatie
Op grond van de wet moet de rechter rekening houden met alle omstandigheden bij de beoordeling van de vraag of een bijdrage in het levensonderhoud aan de ex-partner moet worden toegekend. Dit geldt ook als er sprake is van wangedrag van de partner die alimentatie wil ontvangen.
Ook de rechter is van mening dat er geen sprake is van lotsverbondenheid, omdat de vrouw een zeer negatief beeld over haar ex-man heeft. Ze uit dit ook richting instanties en hun dochter. Dit laatste heeft ernstige gevolgen voor de man, de rechter noemt in de uitspraak tal van voorbeelden. Zo is er een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming ingesteld waarin de dochter aangeeft dat zij door de uitlatingen van haar moeder zo over haar vader praat en denkt .
Het enkele feit dat de man en vrouw samen een dochter hebben brengt niet mee dat hierdoor altijd lotsverbondenheid is. Hoe de vrouw over haar ex-man spreekt richting hun dochter en instanties geeft aan dat er geen lotsverbondenheid meer is. Van de man kan volgens de rechter niet langer verlangd worden dat hij een bijdrage levert in het levensonderhoud van de vrouw. Oftewel: de partneralimentatie stopt.
Hoef jij nu ook geen partneralimentatie meer te betalen?
Bovenstaande zaak geeft aan dat alleen het hebben van een kind samen niet direct wil zeggen dat er sprake is van lotsverbondenheid en dat de vader dus de moeder in het levensonderhoud moet voorzien. In deze zaak is heel veel gebeurd en alle omstandigheden van het geval hebben de rechter doen oordelen dat de man geen partneralimentatie meer hoeft te betalen. Het betreft echter een zeer specifieke situatie. Op grond van deze zaak kan dus niet zomaar bepaald worden in welk geval de alimentatie gestopt kan worden en wanneer dit gewoon betaald moet worden.
REAGEER OP DEZE BLOG