Het Dorp
Veel lezers zullen ooit het nostalgische lied Het Dorp van Wim Sonneveld hebben gehoord. En hoewel in mijn dorp zeker geen karren met paarden reden en ik ook niemand touwtje zag springen, gaf het dorpsleven me regelmatig het gevoel alsof ik in een sepia foto was beland. Zelfs de natuur om ons heen kleurde soms in aquareltinten van blauw, grijs en bruin.
Ik leerde binnen enkele maanden dat onze microsamenleving was verdeeld in klassen. Om te beginnen waren er ‘locals’: mensen wiens voorvaderen minstens 300 jaar traceerbaar in deze regio woonden. Hun achternaam begon doorgaans met ‘Mac’. Daarna waren er de ‘white settlers’: altijd gewantrouwde, soms gehate Engelsen. Op gelijke voet met hen stonden de ‘incomers’, waar ik er ook één van was. “Mensen niet van hier”. Doorgaans de mensen met initiatieven, plannen, ideeën. En al leefde je 50 jaar of langer in het dorp, je bleef altijd in je eigen klasse. Ten slotte waren er toeristen, die sowieso niet meetelden en geen onderdeel van de samenleving vormden. Zij waren bij voorbaat schuldig aan alles dat misging: slechte manieren in het verkeer, alle virussen in het dorp, aangereden schapen.
De meeste dorpsinwoners waren geobsedeerd door het dorpsleven en ervan overtuigd dat hun buren er dagelijks op uit waren hen tekort te doen. Bijna iedereen had een vaste bijnaam en een etiket. Als ik Paul hoorde praten over dorpsgenoten, hoorde ik het ene na het andere eindoordeel over hoe vreselijk de mensheid was. Dit dorp moest wel een extreem hoge concentratie klootzakken bergen, als ik hem moest geloven. Dat deed ik dus niet – ik werkte vanuit de basis dat ik niets geloofde totdat ik het rechtstreeks van de bron hoorde. Meestal schudde ik lachend mijn hoofd: zo erg kon het toch ook weer niet zijn. Ik negeerde zijn opmerkingen en dacht bij mezelf: ik ben het licht bij zijn schaduw en samen vinden we een evenwicht. Het leek me nog steeds een goede combinatie.
Ik kreeg zelf ook te maken met de kleingeestigheid en naargeestigheid in het dorp. Ik werkte voor een lokaal bedrijfje flexibel als tuinvrouw, voor een uur of acht verspreid over de week. Dat was één van mijn vele baantjes. Zoals bijna iedereen hield ik er meerdere opdrachtgevers en werkgevers op na om de kost bij elkaar te scharrelen. Maar toen mijn relatie met Paul serieus werd, werd ik meteen ontslagen. Er werden excuses gemaakt over “te weinig werk” en dat ik “onvoldoende gecommitteerd was”, maar we wisten allebei dat dat een verhaaltje was waar de waarheid achter verdween. De persoonlijke ruzie tussen de eigenaar en Paul gaf hier de doorslag. Paul was woest want hij wist hoe leuk ik het tuinieren vond, maar ik haalde mijn schouders op. Werk genoeg.
Er waren nog meer contrasten tussen Paul en mij. Hoewel we allebei de pracht van het landschap waardeerden, zag Paul volstrekt geen noodzaak daarin te gaan wandelen. Als je ergens moest zijn, nam je de auto of een quadbike om de heuvels in te komen. Lopen? Waarom zou je?
Er was weinig vrije tijd, maar mannen en vrouwen brachten hun schaarse vrije tijd niet samen door. Vrije tijd stond voor beide geslachten in het teken van drankinname, maar niet gezamenlijk. Als ik Paul kwijt was, was hij met een van zijn oude schoolvrienden aan het drinken. Dergelijke sessies gingen middagen en avonden lang door, terwijl ik thuis wachtte. Niet geduldig en ook niet met een deegrol. Wel vol herinneringen aan mijn vorige relatie, waar drankmisbruik ook een rol had gespeeld. De drank die naast Paul bijna iedere dorpsbewoner in zijn greep had, was een breekpunt voor mij. Ik maakte duidelijk dat ik niet van plan was mijn leven langdurig te delen met een partner en zijn magische minnares in de fles. Tot mijn opluchting bracht Paul daarna zijn drankgebruik binnen de perken. Tenminste… Schotse perken.
Frankie: geboren in Breda in 1970, gestudeerd aan de universiteit in Tilburg, waaronder 1 jaar in Glasgow. Toen is mijn liefde voor Schotland ontstaan. Gewerkt in Nederland tot en met 2005, toen geëmigreerd naar Schotland. Vriend opgedaan, 2 kinderen gekregen, daarna getrouwd. Vijftien jaar samen, 10 jaar getrouwd en toen geleidelijk uit elkaar gegaan. Woon nu samen met 2 pubers, we improviseren rondom de scheiding.







REAGEER OP DEZE BLOG