Nadat echtgenoten eenmaal hebben besloten te gaan scheiden, blijkt het vaak niet meer mogelijk om nog langer samen onder een dak in de echtelijke woning te blijven wonen. Eén van de twee zal dan ook moeten vertrekken. Maar, wat doet u in deze situatie?
Inhoud blog
Tijdens of na de echtscheidingsprocedure
Voor beantwoording van de vraag wat in deze situatie de mogelijkheden zijn, is het belangrijk om onderscheid te maken tussen de periode voor of tijdens de echtscheidingsprocedure en de periode daarna. In beide situaties kan aan de rechter om een beslissing worden gevraagd.
Voorlopig uitsluitend gebruik echtelijke woning vóór scheiding
Zolang de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank nog niet is afgerond, kan er aan de rechtbank in een afzonderlijke procedure om zogenaamde voorlopige voorzieningen worden gevraagd.
Een van de voorzieningen die gevraagd kunnen worden, is het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning. De rechter bepaalt dan dat het exclusief gebruik van de woning aan een van de echtgenoten wordt toegekend en dat het de andere echtgenoot niet meer is toegestaan om de woning te betreden.
Soms wordt het verzoek hiertoe door een van de echtgenoten gedaan, soms door allebei.
Waar houdt een rechter rekening mee
Als beide echtgenoten om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning verzoeken, zal de rechter een belangenafweging maken en bepalen wie er het meeste recht en belang bij heeft om het gebruik van de woning te krijgen. Daarbij wordt vaak gekeken naar:
- Wie de meeste zorg voor eventuele minderjarige kinderen heeft;
- Wie het meest aan de echtelijke woning is verbonden;
- Wie van de echtgenoten het gemakkelijkst elders onderdak kan vinden;
- Andere belangen, bijvoorbeeld of een van de twee (al dan niet tijdelijk) al is vertrokken uit de echtelijke woning.
De voorlopige voorziening is geldig totdat de echtscheiding definitief is, dat wil zeggen wanneer de echtscheiding wordt ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
Voortgezet gebruik echtelijke woning na scheiding
Ook nadat de echtscheiding is uitgesproken, kan er discussie zijn over wie de echtelijke woning mag bewonen totdat deze definitief is verdeeld.
In dat geval kan de echtgenoot die op het moment dat de echtscheiding werd ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand de woning bewoonde, aan de rechtbank verzoeken om deze woning gedurende een periode van zes maanden te mogen blijven bewonen met uitsluiting van de andere echtgenoot.
Periode van 6 maanden
Deze periode van zes maanden gaat in op het moment dat de echtscheiding wordt ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Op die manier ontstaat er enige ruimte om na de echtscheiding op zoek te gaan naar passende nieuwe woonruimte.
Let op: het kan mogelijk zijn dat de rechter bepaalt dat u gehouden bent om een redelijke vergoeding aan de andere echtgenoot te betalen voor het gebruik van de echtelijke woning.
Samen afspraken maken altijd beter
Uiteraard heeft het altijd de voorkeur om in samenspraak afspraken te maken over het gebruik van de echtelijke woning. Komt u er echter samen niet uit, dan is het goed om u te realiseren dat u met behulp van een advocaat aan de rechtbank om een beslissing kunt vragen.
De advocaten van Boeve Familierecht voorzien u graag van deskundig advies.
REAGEER OP DEZE BLOG