De waan van deze dag regeert ons meer dan ons lief is. Daarom maken we eens wat korte sprongen door de tijd. Allereerst terug naar januari 2018: tijdens een gesprek was er die zichtbare verbazing, toen ik vertelde dat mijn partner en ik bijna 12,5 jaar getrouwd zijn. Even stilte aan de andere kant: “serieus, al zo lang, hoe doen jullie dat?”
Terug naar 1994: mijn ouders gingen scheiden na 17 jaar gehuwd te zijn geweest. De buurt kletste erover en sprak er stilletjes schande van. Hoe haalden zij dat nou in hun hoofd…’zo’n leuk gezin met kinderen, fatsoenlijke en sociale mensen die hard werken, dát gebeurt niet vaak.’
Deze twee momentums naast elkaar zettend, constateer ik enerzijds dat zo’n 25 jaar geleden er de verbazing van de omgeving was dat twee mensen besloten te scheiden, en anderzijds anno 2018 er diezelfde verbazing kan optreden als een gezin met kinderen compleet is, en geen fusiegezin blijkt te zijn. Wat is er toch veel veranderd in een kwart eeuw!
‘human nature’
Het is een revolutionaire ontwikkeling dat we in een huwelijk sinds pak ‘m beet 1970 niet meer levenslang veroordeeld zijn tot elkaar, maar dat het gaat om een verbinding of verbondenheid en niet om gebondenheid. Die mensen die vroeger noodzakelijkerwijs bleven bij hun man of vrouw en in dodelijke eenzaamheid samenleefden, om nog maar te zwijgen over huiselijk geweld en vormen van misbruik, kunnen nu meer dan ooit tevoren hun ‘duurzaam ontwrichte’ huwelijk ontbinden. Dat is een groot goed. Het draagt bij aan de menselijke waardigheid, haar vrijheid en haar autonomie.
Tegelijkertijd, dagelijks zie ik de worsteling van ouders, en kinderen. Papa en mama zijn gescheiden, maar de hoop dat daarmee het ‘probleem is opgelost’, is dan al verdampt. De problemen zijn niet zelden heviger geworden. Niet zo gek als je je bedenkt dat wanneer communicatie niet slaagt en je daardoor uit elkaar gaat, maar wel verondersteld wordt…jawel…te blijven cómmuniceren met elkaar. Het probleem blijft, nu in een andere gedaante en op fysieke afstand.
We noemen het al gauw een ‘complexe echtscheiding.’ Vader woont alleen, moeder blijft bij de kinderen. Vader krijgt een nieuwe vriendin, en moeder een nieuwe partner. De kinderen willen liever minder naar vader, omdat ze de vriendin van vader niet fijn vinden, en omdat dit niet handig uitkomt in het weekend met al hun eigen bezigheden. Vader wordt boos op moeder, omdat zij niet genoeg zou stimuleren, enzovoort. Na veel ‘gecommuniceer’ middels Whatsapp, telefoon en desnoods advocaten volgen nieuwe afspraken. Waar je in het oude kerngezin ‘organisch’ ontwikkelde en de weekenden niet die vragen op die wijze opleverden, moet je nu opeens ‘klinisch’ en via een, soms tot in detail uitgewerkte, omgangsregeling alles vastleggen. Hulpverleners willen je vervolgens gaan helpen, of worden ervaren als indringers. Je raakt de regie voor je gevoel langzaam maar zeker kwijt, en raakt verstrikt in een langzaamaan complexe situatie. Interessant is dat een ‘intact kerngezin’ daarentegen niets vastlegt waar ze elkaar aan gaan houden. Zo’n omgangsregeling kan maar zo zelf aanleiding worden voor een conflict, waardoor mensen nu eens ná hun huwelijk weer gevangen zitten.
Is er eigenlijk wel sprake van een ‘complexe echtscheiding?’ Of is het de creatie van een ‘onnatuurlijke situatie’, die we zo goed mogelijk (genetisch) manipuleren, zodat het toch ‘werkt?’
Wij mensen ontwikkelen ons door de eeuwen heen. Dat zou menigeen evolutie noemen. Maar waar ik mee worstel is of wij wel in ons wezen voldoende geëvolueerd en in staat zijn om alle gevolgen van de oplossing ‘echtscheiding’ te fixen. In een fusiegezin zie je bijvoorbeeld regelmatig concurrerende hechtingen. Die kunnen polarisering in de hand werken. Het hebben van gescheiden ouders noemt men in de wetenschap niet voor niets één van de ‘at-risk-factoren.’ Uit onderzoek blijkt ook dat ouderlijke conflicten na en tijdens de scheiding invloed hebben op het hechtingsproces van jonge kinderen en dat in meer dan 30% van de gevallen het hechtingspatroon van kinderen van gescheiden ouders problematisch verloopt. Het verplanten van een kind vanuit de natuurlijke biotoop naar een andere omgeving, die kan veel complicaties geven. Zijn we in staat die op te heffen, als ouders, hulpverleners en wetenschappers? Kunnen we DNA van het kerngezin zo deskundig ‘splijten’ dat er binnen een nieuw samengesteld gezin een goede versmelting van DNA kan plaatsvinden?
We willen ruimdenkend zijn, maar in hoeverre staat dat op gespannen voet met onze innerlijke natuur, de DNA van de human nature?
Menigeen slaagt er in dit goed te laten verlopen, maar de groep die dat niet lukt, is zo groot, dat de Nederlandse regering initiatief nam om het maatschappelijke probleem van zogeheten ‘vechtscheiding’ in kaart te brengen. Het gezin is in al zijn kwetsbaarheid zo poreus geworden dat het tot maatschappelijke ontwrichting kan leiden. Op scholen vraagt het extra aandacht, op kantoor stijgt verzuim, hoge kosten voor (jeugd)zorg, etc.
Het antwoord zoeken op hoe de revolutie van echtscheiding zich tot de evolutie van de mens verhoudt, neemt met zich mee dat ik op die weg me soms afvraag of we het paard achter de wagen spannen en in onze ijver niet meer scherp genoeg zien dat als alle kinderen op deze wereld hun natuurlijke ouders dichtbij zich willen hebben, dit iets zegt over onze ‘human nature’, die we niet kunnen verloochenen, maar zo goed mogelijk moeten leren verstaan.
Uw Kindbehartiger,
René Mauritz
REAGEER OP DEZE BLOG