… EN DAN NU DE PENSIOENEN
Het familierecht ‘leeft’ in de politiek. Dat blijkt wel uit de vele wijzigingen die zich de laatste tijd hebben voorgedaan. Zo geldt per 1 januari 2018 de ‘Wet beperking wettelijke gemeenschap van goederen’, waar ik op 1 februari 2018 al een kort artikel over heb geschreven. Daarnaast is per 1 januari 2020 de ‘Wet herziening partneralimentatie’ in werking getreden, die een beperking van de partneralimentatieduur inhoudt. Net bekomen van alle schrik over voornoemde wijzigingen, staat de volgende alweer in de startblokken.
Op 16 september 2019 heeft Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het Wetsvoorstel ‘pensioenverdeling bij scheiding’ ingediend bij de Tweede Kamer. De wet moet op 1 januari 2021 in werking gaan treden.
Sinds 1995 regelt de ‘Wet verevening pensioenrechten bij scheiding’ bij de meeste scheidingen de gevolgen voor het ouderdomspensioen. Uitgangspunt van deze wet is dat scheidende echtelieden ieder recht hebben op de helft van de door de ander tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioenaanspraken. De ex-partner ontvangt het ouderdomspensioen als de ex-partner die het pensioen heeft opgebouwd, met pensioen gaat. De pensioenen van de ex-partners blijven dus aan elkaar verbonden. De afspraken die de ex-partners maken over de verdeling van het pensioen, moeten zij zelf doorgeven aan de pensioenuitvoerder(s). In onderling overleg kunnen partijen van de standaardregel afwijkende afspraken maken.
Inhoud blog
Wetsvoorstel wijzigt 5 zaken
De Minister meent dat de Wet verevening pensioenrechten aan modernisering toe is. Eén van de redenen is dat maar bij 30-50% van de echtscheidingen verevening via de pensioenuitvoerders is geregeld. Een andere reden is dat bij ongeveer 36% van de gescheiden vrouwen niet bekend is dat iets voor het pensioen moet worden geregeld. In het wetsvoorstel wordt voorgesteld om 5 zaken te wijzigen:
Conversie wordt standaard.
Bij conversie wordt de pensioenband tussen de ex-partners definitief verbroken. De vereveningsgerechtigde krijgt een eigen aanspraak op ouderdomspensioen en is derhalve niet meer afhankelijk van de vereveningsplichtige echtgenoot. Het voordeel hiervan is volgens de Minister dat beide ex-echtgenoten beter hun eigen financiële planning kunnen maken.
De wet heeft automatische werking.
Onder de Wet verevening pensioenrechten moet een van beide echtgenoten een mededelingsformulier aan de pensioenuitvoerder versturen. Pas dan verkrijgt de vereveningsgerechtigde echtgenoot het zelfstandig recht op uitbetaling van het pensioen. In het wetsvoorstel wordt voorgesteld de verdeling automatisch te regelen. Voorgesteld wordt dat een pensioenuitvoerder overgaat tot verdeling van het ouderdomspensioen door conversie, tenzij de ex-partners binnen 6 maanden aangeven dat zij de verdeling niet willen, of dat zij een afwijkende afspraak hebben gemaakt.
Periode
Zoals in het eerdere van dit artikel aangehaald, zijn per 1 januari 2018 de regels rondom de gemeenschap van goederen veranderd. Alleen het vermogen dat door echtgenoten gedurende het huwelijk is opgebouwd, valt vanaf dat moment standaard in de gemeenschap. Dit is aanleiding voor de wetgever om ook de periode waarover het bijzonder partnerpensioen wordt berekend, gelijk te stellen aan die van het ouderdomspensioen. De periode waarover het bijzonder partnerpensioen wordt afgesplitst, wordt aldus beperkt tot de huwelijkse periode.
Grens voor pensioenverdeling wordt verlaagd
In de Wet verevening pensioen bij scheiding is vanwege administratieve redenen geregeld dat ouderdomspensioen niet wordt verevend als het verevend ouderdomspensioen onder de afkoopgrens uit de pensioenwet zou uitkomen. Ouderdomspensioenen ter hoogte van ongeveer € 970,- per jaar worden dus niet verevend. Om meer pensioen te verdelen, wordt met het Wetsvoorstel de grens voor pensioenverdeling verlaagd naar ongeveer € 484,- per jaar.
Uniforme rekenmethode
Er wordt een uniforme rekenmethode voorgesteld.
De nieuwe wettelijke regels zullen van toepassing zijn op scheidingen die na 1 januari 2021 zullen plaatsvinden.
Francesco van der Linden,
Lieke - 10 apr 2020
Geldt dit alleen voor nieuwe “gevallen”? Dus niet als je nu al gescheiden bent?
Lieke - 10 apr 2020
Laat maat, ik zie het al.
Sandra - 18 mei 2020
Als je ex weigert mee te werken dat vereffeningsformulier te tekenen omdat hij van mening is dat punt 6 van toepassing is, terwijl in de rechterlijkse uitspraak niets vermeld staat over de pensioenen (letterlijk niets) en dus ook geen afwijkende afspraken gelden en dus min inziens punt 5 van toepassing is. Wat kan ik dan doen?
Nieuwe Stap - 21 mei 2020
Hierbij de reactie van ScheerSanders Advocaten: Als in de huwelijksvoorwaarden, noch in een echtscheidingsconvenant, noch in een uitspraak van de rechtbank c.q. het gerechtshof anders is bepaald, geldt automatisch de standaardregeling uit de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Dat betekent dat u recht heeft op de helft van de door uw ex-echtgenoot ten tijde van het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioenaanspraken en vice versa. Om een en ander te effectueren, dient u binnen 2 jaar na datum echtscheiding de pensioenuitvoerder(s) van uw ex-echtgenoot middels het daartoe strekkende Mededelingsformulier in verband met verdeling van ouderdomspensioen bij scheiding, daarvan in kennis te stellen. U kunt volstaan met het invullen van de vragen bij punt 5 van dat formulier. Vervolgens dient u het formulier bij de pensioenuitvoerder(s) van uw ex-echtgenoot in te dienen. Nu er niets anders is geregeld en aldus de standaardregeling uit de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding geldt, is voor indiening van het formulier en effectuering van de standaardregeling niet de handtekening van uw ex-echtgenoot noodzakelijk. U kunt volstaan met uw eigen handtekening.
Peter - 1 nov 2020
Geldt dit ook voor een scheiding uit 2015 waarbij de ex-partner weigerde om dit vereveningsformulier te tekenen en ook zeker niet uit zichzelf zal gaan betalen?
Nieuwe Stap - 2 nov 2020
Beste Peter, hierbij de reactie van ScheerSanders Advocaten: Indien er bij huwelijkse voorwaarden noch bij echtscheidingsconvenant afwijkende afspraken zijn gemaakt de standaardregel uit de Wet Verevening Pensioenrechten bij scheiding geldt, ook bij echtscheidingen welke zijn geformaliseerd in 2015. Let wel de pensioenuitvoerders dienen binnen twee jaar na datum echtscheiding in kennis te worden gesteld van de echtscheiding en van het feit dat partijen niet zijn afgeweken van de standaardregel. Indien de standaardregel van toepassing is, is het voldoende indien het desbetreffende formulier door een van de ex-echtelieden is ondertekend. Ondertekening door beide ex-echtelieden is dan niet nodig.