Je hebt vast al iets gehoord over de uitspraak van de Hoge Raad over de kinderalimentatie en het kindgebonden budget. Maar hoe zit het nou precies? Op verder-online.nl, een initiatief van de scheidingsadvocaten van de vFAS, vonden wij de volgende heldere toelichting:
‘De Hoge Raad heeft op 9 oktober 2015 beslist dat bij de berekening van kinderalimentatie wel rekening moet worden gehouden met de ontvangst van het kindgebonden budget, maar alleen bij de vaststelling van de inkomsten van de alleenstaande ouder die het kind verzorgt. De Hoge Raad maakt hiermee een einde aan de wijze van berekenen zoals deze vanaf 1 januari 2013 werd toegepast. Dit antwoord schept duidelijkheid in een groot aantal lopende procedures. Of dit gevolgen heeft voor uw kinderalimentatieberekening kunt u hieronder lezen.
Waarom aanpassing in berekening kinderalimentatie?
Bij de berekening van kinderalimentatie moest volgens de landelijke Expertgroep Alimentatienormen per 1 januari 2015 deze alleenstaande-ouderkop op een zodanige wijze worden verwerkt in de berekening dat het kindgebonden budget in mindering kwam op de zogenoemde behoefte van de kinderen. Deze toeslag werd gezien als bijdrage in de kosten van het kind en niet als inkomen aan de zijde van de ouder bij wie het kind staat ingeschreven. Dit heeft tot gevolg gehad dat sinds 1 januari 2015 de kinderalimentatie in veel gevallen door de rechter aanzienlijk is verlaagd of zelfs op nihil gesteld.
Gevolgen uitspraak
De Hoge Raad heeft onlangs geoordeeld dat deze manier van rekenen fout is. Dit betekent dat het kindgebonden budget niet direct afgetrokken wordt van de behoefte van het kind, maar wordt opgeteld bij het inkomen van de ouder die het budget ontvangt.
Deze beslissing van de Hoge Raad leidt niet automatisch tot een aanpassing van het verschuldigde of te ontvangen bedrag. Het is aan de ouders zelf om actie te ondernemen en de afspraken te laten wijzigen indien gewenst.
Rekenvoorbeeld
Stel: bij een gezin met 2 kinderen waarbij de vrouw een inkomen had van € 1.000,= bruto per maand (excl. vakantiegeld) en de man een inkomen van € 1.900,= per maand (excl. vakantiegeld) zou totdat de Hoge Raad de beslissing nam een rechter een bijdrage opleggen van € 43,= per kind per maand. Bij toepassing van de beslissing van de Hoge Raad zal er een bijdrage van € 81,= per kind per maand worden vastgesteld. Bijna een verdubbeling in dit geval.
Uw vFAS advocaat kan u verder helpen
Iedere situatie is anders en per situatie kan worden bekeken welke gevolgen de beslissing van de Hoge Raad in uw concrete situatie heeft. Of dit in uw geval ook leidt tot een verdubbeling van de maandelijkse bijdrage is afhankelijk van meerdere feiten en omstandigheden. Een algemene rekenregel is helaas niet te geven.
De vFAS-advocaat/scheidingsmediator kan een inschatting geven van uw positie bij toepassing van de beslissing van de Hoge Raad. Uw vFAS advocaat scheidingsmediator kan u ook helpen om samen afspraken te maken. Wanneer het echter niet lukt samen afspraken te maken, kan in het uiterste geval de rechter gevraagd worden een beslissing nemen.’
REAGEER OP DEZE BLOG