Jan en Marijke waren beiden al enige jaren gescheiden toen zij elkaar ontmoetten op een ouderbijeenkomst op de basisschool. De vonken vlogen over en al snel hadden zij een relatie. Ze wilden samen een toekomst bouwen.
Jan heeft twee kinderen, Sonja (13) en Tom (9). De kinderen wonen bij hem en om het weekend gaan zij naar hun moeder. Marijke heeft een zoon, Sjoerd (10). Zij wonen in een klein huisje. Sjoerd heeft geen contact met zijn vader. Jan en Marijke hebben samen een dochter, Suzan (3)
Al gauw besluiten Jan en Marijke om te gaan samenwonen, Marijke en Sjoerd trekken bij Jan in. Jan heeft een groot huis en er zijn voldoende slaapkamers voor iedereen.
Jan krijgt een stiefzoon en Marijke een stiefzoon en stiefdochter. Het gaat enige tijd goed. Maar geleidelijk ontstaat er irritatie. Sjoerd wordt opstandig, Sonja heeft steeds vaker ruzie met Marijke. Na de geboorte van Suzan worden de irritaties groter.
Sonja, Tom en Sjoerd vinden Suzan maar een indringer. Het is al druk in huis en nu komt er nog zo’n kleintje bij. “Oh, oh en onze ouders zijn er zo blij mee. Dus wij moeten ook blij zijn? Nou mooi niet. Zij willen een kind, dan zoeken zij het ook maar uit.”
Vaak zien we dat in een situatie als deze dat de relatie erg onder druk staat. Een of beiden ziet het op een gegeven moment niet meer zitten.We spreken hier van samengesteld gezin in plaats van stiefgezin, aangezien stiefgezin vaak negatieve emoties oproept.
Jan en Marijke hebben hulp gezocht. In de gesprekken met Jan en Marijke blijkt dat zij niet weer willen falen. Deze relatie moet slagen. Het moet een veilig thuis worden voor de kinderen. De kinderen hebben al zoveel meegemaakt. Jan wil de vader zijn voor Sjoerd en Marijke wil de moeder zijn voor Sonja en Tom.
Jan en Marijke hebben heel veel energie gestopt in het maken van een nieuw kerngezin. Iedereen moet goed met elkaar overweg kunnen. Wat zij zijn vergeten is dat in een kerngezin alle gezinsleden een bloedband hebben met elkaar. Deze bloedband is een onzichtbare verbinding met een sterke loyaliteit en kan conflicten veroorzaken. In een stiefgezin zijn er een of meerdere gezinsleden zonder bloedband. In deze situatie zijn er drie kerngezinnen die samen het stiefgezin vormen.
Jan en Marijke hebben handvatten gekregen om elkaar te ondersteunen om stiefouder te zijn. Zij hebben geleerd om met de kinderen het gesprek aan te gaan over hun status, namelijk zij zijn een samengesteld met alle dynamiek die daarbij hoort.
Later hoorden wij dat zij allen trots zijn op hun samengesteld gezin. Zij schamen zich niet om een samengesteld gezin te zijn. Als ze weer horen: “Nou dat is wel moeilijk bij jullie!”, reageren zij met “Nee hoor, het is alleen anders maar wel goed zo.” Zij vullen in bij gezinssamenstelling: STATUS: SAMENGESTELD GEZIN.
BCTT
REAGEER OP DEZE BLOG