Afgelopen maand waren de media er vol van: de rechter in Alkmaar besliste dat de 12-jarige David die lijdt aan een hersentumor niet tegen zijn wens een chemokuur hoeft te ondergaan. Davids’ ouders zijn gescheiden en David was door de rechtbank al onder toezicht gesteld, omdat moeder en David niet (langer) mee wilden werken aan het door het ziekenhuis geadviseerde behandeltraject. Zij wilden alternatieve behandeling. De gezinsvoogd respecteerde dit standpunt van David.
Wanneer kan een ouder medische behandeling afdwingen
De vader van David vond het van groot belang dat het behandeltraject (chemotherapie) wel tijdig zou starten. Hij begon een kort geding procedure en vorderde vervangende toestemming voor operatie. De rechtbank wees deze vordering af: David mag als wilsbekwame 12-jarige op grond van de wet zelf over zijn behandeling beslissen.
Maar: wanneer mag een minderjarige eigenlijk zelf beslissen over zijn medische behandeling? En wanneer kan een ouder eventueel met succes behandeling afdwingen of juist behandeling tegengaan?
De wet onderscheidt drie verschillende (leeftijds)groepen minderjarigen: minderjarigen jonger dan 12 jaar, minderjarigen van 12 tot en met 15 jaar en minderjarigen in de leeftijd van 16 en 17 jaar.
Minderjarigen jonger dan 12 jaar
Bij minderjarigen jonger dan 12 jaar gaat de wet ervan uit dat zij niet in staat zijn om zelf te beslissen over medische behandelingen. De rechten die de wet aan deze minderjarige geeft, mogen daarom door hun wettelijke vertegenwoordigers worden uitgeoefend. Dit zijn vaak de (met het gezag belaste) ouders van het kind. Zitten de ouders voor wat betreft de medische behandeling op een lijn, dan kunnen zij samen beslissen. Verschillen ouders van mening en hebben zij samen het gezag, dan kan één van de ouders de rechtbank vragen om toestemming voor de medische behandeling. De toestemming van de rechtbank treedt dan in de plaats van de toestemming van de andere ouder.
Minderjarigen van 12 tot 15 jaar
Voor minderjarigen van 12 jaar en ouder is dat anders. De wetgever gaat ervan uit dat deze minderjarigen in principe wilsbekwaam zijn. Dat zij zelf een goede afweging kunnen maken en dus zelf mogen beslissen over medische behandelingen. Dat neemt niet weg dat naast de toestemming van de minderjarige ook de toestemming van de wettelijk vertegenwoordiger nodig is. Verschillen een minderjarige en diens wettelijk vertegenwoordiger van opvatting over de behandeling, dan is de opvatting van de minderjarige leidend. Ook als het gaat om levensbedreigende situaties.
Alleen wanneer een minderjarige van 12 jaar en ouder niet in staat is tot een redelijke waardering van zijn of haar belangen, is dit anders. Dan mag de wettelijk vertegenwoordiger beslissen en niet het kind zelf. Het is de behandelend arts die moet beoordelen of het kind in een bepaalde kwestie zijn/haar belangen zelf kan behartigen (‘in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake’). En dus niet de ouder of eventueel de rechtbank.
Minderjarigen van 16 en 17 jaar
Ten slotte zijn er dan de jongeren van 16 en 17 jaar. Zij mogen volledig zelfstandig beslissen en zijn dus eigenlijk voor de wet gelijkgeschakeld aan volwassenen waar het gaat om het nemen van medische beslissingen. Als ouder mag u dus niet meebeslissen over de behandeling van deze jongeren.
Vervangende toestemming rechter
Heeft u een minderjarig kind jonger dan 12 jaar en komt u als gescheiden ouders echt niet op een lijn over de medische behandeling van deze minderjarige, of verschilt u van mening met een minderjarige jonger dan 16 jaar over een medische behandeling en bent u van oordeel dat deze minderjarige zijn eigen belangen ter zake deze behandeling nog niet kan behartigen? Dreigt hierdoor een impasse te ontstaan en/of blijft behandeling uit? Dan heeft u dus een mogelijkheid om de rechter te vragen om vervangende toestemming voor die behandeling. Een (gespecialiseerd) familierechtadvocaat kan u hierover nader adviseren.
REAGEER OP DEZE BLOG