Er waren eens twee mooie, glimmende gouden trouwringen. Zij woonden bij een juwelier. Op een dag in december, eind jaren 90, kwamen er twee jonge, gelukkige mensen de juwelierswinkel in. Zij waren die dag in ondertrouw gegaan en kwamen trouwringen uitzoeken voor de grote dag die over een aantal maanden zou plaats vinden. Met een grote glimlach rond hun mond bekeken ze de trouwringen die in de vitrine lagen te blinken.
Ze waren het al snel eens dat het gouden ringen moesten worden. Hij vroeg of zij er een steentje in wilde. Dat wilde ze niet. Ze wilde juist precies dezelfde ring als hij. Hun oog viel op een paar ringen die rondom rond waren. De juwelier liet ze hen passen. Het verschil in grootte was enorm. Hij had flinke handen waar zij juist hele fijne vingers had. Als je zijn ring neer legde paste die van haar er makkelijk in. Ze kochten de ringen en gingen ter afsluiting van deze feestelijke dag samen uit eten.
Enkele maanden later zaten de ringen samen in een mooi doosje in de binnenzak van het trouwkostuum van de man. De datum van de trouwdag was aan de binnenzijde gegraveerd. De ringen waren klaar om aan de buitenwereld getoond te worden. De man en de vrouw zeiden stralend JA tegen elkaar ten overstaan van al hun familie en vrienden. Hij schoof de ring om de vinger van zijn kersverse vrouw en zij schoof de ring om de vinger van haar man. Innig gelukkig vierden ze feest tot laat op de avond.
Na de huwelijksreis nam het leven weer het normale ritme aan. De man had werk waarbij het dragen van een ring gevaarlijk was. De hele week lag de ring te wachten op zijn nachtkastje. In het weekend en in vakanties droeg de man hem. De vrouw had ook werk waarbij het dragen van sieraden niet geoorloofd was. Iedere vrije dag droeg ze de ring met trots.
Gedurende de jaren liepen de ringen butsen en krassen op, net als het huwelijk. Twaalf jaar na de dag waarop de ringen voor het eerst om de vingers van de man en de vrouw geschoven werden deden ze ze beiden definitief af…
De vrouw verhuisde naar een ander huis. Haar ring had ze in een mooie sieradendoos gestopt bij haar andere sieraden. De man had zijn ring in een doosje gestopt en in een kastje op zijn slaapkamer gelegd. Voor de vrouw kon bedenken of ze misschien iets anders zou laten maken van haar trouwring gebeurde er iets ingrijpends. Een paar maanden na de verhuizing werd er in het huis van de vrouw ingebroken en werd de sieradendoos met alle sieraden van de vrouw erin gestolen. De ring was weg. De vrouw had het er moeilijk mee. Ook al droeg ze haar trouwring niet meer, ze was er aan gehecht en vond het nog altijd een mooie ring.
En wat wil het bizarre toeval, enkele jaren later werd er ook in het huis van de man ingebroken. De inbrekers namen ook zijn trouwring mee!
Via de kinderen hoorden de man en de vrouw van deze onwaarschijnlijke samenloop van omstandigheden. Dit was reden om contact met elkaar op te nemen en nu heffen ze één keer per jaar samen het glas op alles dat ooit was.
Carolien Roobol
REAGEER OP DEZE BLOG