Kinkhoest ligt weer op de loer. Na een grote uitbraak in 2012 kwam de ziekte vorig jaar relatief weinig voor. Maar nu maakt ze weer een opmars .In het eerste half jaar van 2014 zijn er bij de GGD West-Brabant 300 meldingen van kinkhoest binnengekomen. Dat zijn er nu al bijna 200 meer dan in heel 2013. GGD kan slechts gissen naar de oorzaak…
Wat is kinkhoest?
Kinkhoest is een besmettelijke ziekte van keel, luchtpijp en neus. Het wordt veroorzaakt door de Bordetella pertussis bacterie en begint met een verkoudheid die na twee weken overgaat in hevige en langdurige hoestbuien, vooral ’s nachts. De meeste kinderen in Nederland worden volgens het Rijksvaccinatieprogramma ingeënt tegen kinkhoest. Toch sluit dit een besmetting niet uit, kinkhoest komt in Nederland regelmatig voor bij zowel kinderen als volwassenen.
Als je eenmaal kinkhoest gehad hebt, ben je langdurig beschermd. Echter, de ziekte kan na tien tot vijftien jaar opnieuw opduiken.
Wat zijn de verschijnselen?
In eerste instantie lijkt kinkhoest vaak op een verkoudheid. Soms is er sprake van koorts. Na twee weken ontstaan de typische kinkhoestklachten: aanvallen van heftig en langdurig hoesten met een harde droge hoest, waarbij taai slijm wordt opgegeven, en een piepende, gierende ademhaling.
Soms ook met overgeven. Benauwdheid en blauw aanlopen kunnen het gevolg zijn.
De hoestbuien zijn uitputtend, waardoor bij baby’s de kracht om te drinken kan afnemen. Baby’s kunnen van kinkhoest hangerig en lusteloos worden, soms worden ze benauwd en blauw, zonder dat ze hoesten.
De hoestaanvallen kunnen weken aanhouden. Daarna gaan ze over in een losse hoest (dus zonder slijm) die nog maanden kan voortduren.
Een volwassene kan kinkhoest hebben zonder de kenmerkende verschijnselen. Zo iemand is dan verkouden en blijft wel een tot drie maanden door hoesten.
Hoe ontstaat kinkhoest?
De bacterie wordt onder andere overgedragen via je neus en je mond. Mensen die besmet zijn ademen kleine druppeltjes met de bacteriën uit of niezen of hoesten, waarna een ander deze druppeltjes binnen kan krijgen.
Na besmetting duurt het nog één tot drie weken voordat je verkouden wordt. Als je verkouden bent, krijg je nog niet direct last van “kinkhoestbuien”, deze komen meestal pas twee weken later. Toch ben je in de tijd dat je nog geen “kinkhoestbuien” hebt, het meest besmettelijk voor anderen.
Hoe kan kinkhoest opeens opduiken, na een jaar waarin het nauwelijks voorkwam?
Tegen kinkhoest worden de meeste kinderen ingeënt. Het vaccin beschermt niet levenslang; integendeel, patiënten blijken na verloop van tijd steeds vatbaarder te worden, vatbaarder zelfs dan vóór de eerste inenting. Ook ouderen die ooit kinkhoest hebben gehad, kunnen het weer krijgen. Nu zijn we blijkbaar op een punt waarop de bescherming tanende is. Inmiddels zijn bovengemiddeld veel gevallen gemeld in Overijssel, Utrecht , West-Brabant en Twente.
Wat zijn de risico’s bij kinkhoest?
Kinkhoest kan gevaarlijk zijn voor kinderen die jonger zijn dan 1 jaar. Op deze leeftijd zijn baby’s nog niet of onvolledig ingeënt tegen kinkhoest. Zij kunnen door de hoestbuien ernstig benauwd worden. Baby’s met kinkhoest worden meestal opgenomen in het ziekenhuis.
Iemand die gevaccineerd is of kinkhoest heeft gehad, heeft afweer opgebouwd tegen de ziekte. Het is echter mogelijk dat iemand na jaren alsnog of opnieuw kinkhoest krijgt, maar dan in een lichtere vorm. Kinderen en volwassenen die niet alle inentingen tegen kinkhoest hebben gehad, lopen meer risico om ziek te worden.
Zwangere vrouwen kunnen, als zij in de laatste zes weken van de zwangerschap kinkhoest oplopen, de ziekte direct na de geboorte overdragen op de baby. Zij kunnen tijdens de laatste zes weken van de zwangerschap het contact met patiënten waarbij kinkhoest is vastgesteld beter proberen te vermijden.
Ook kinderen met een hart- of longaandoening kunnen ernstig ziek worden van kinkhoest.
Bij (jong)volwassenen verloopt de ziekte milder. Wel kunnen (jong)volwassenen kinderen besmetten.
Kinkhoest heeft diverse complicaties, waaronder middenoorontsteking en neusbloedingen. Bij meer dan 20% van de gevallen van kinkhoest treedt longontsteking op, bij 3% koortsstuipen en bij 1% hersenweefselontsteking. Ook kan kinkhoest leiden tot een klaplong en blijvende beschadiging van het longweefsel.
Vooral bij jonge kinderen verloopt de ziekte vaak ernstig en voor baby’s kan de ziekte dodelijk zijn. Kinkhoest kan behandeld worden met antibiotica, maar dit is alleen zinvol als gestart wordt in een vroeg stadium. De kuur verkort alleen de besmettelijkheid, naar heeft geen invloed op de ernst en duur van de ziekte.
Hoe kan kinkhoest voorkomen worden?
Kinderen worden in het eerste levensjaar vier keer tegen kinkhoest ingeënt, de eerste keer als ze twee maanden zijn. De inenting tegen kinkhoest (K) zit samen met de inenting tegen difterie (D), tetanus (T) en polio (P) in de DKTP-prik.
De inenting tegen kinkhoest geeft een goede maar geen volledige bescherming gedurende vier tot twaalf jaar.
Verder helpt goede hoesthygiëne om kinkhoest te voorkomen.
Het beste is om bij hoesten en niezen een papieren zakdoekje te gebruiken, dit na gebruik weg te gooien en daarna je handen te wassen. Als je geen papieren zakdoekjes hebt, houd dan je hand voor de neus en mond (van het kind) en was hierna je handen. Leer kinderen dit ook te doen.
Omdat bij ongevaccineerde zuigelingen kinkhoest zeer ernstig kan verlopen, is het voor deze groep wel aan te raden contact met hoestende en niezende mensen zoveel mogelijk te vermijden.
Wanneer contact opnemen met de huisarts?
Neem contact op met de huisarts als
* je meer dan 34 weken zwanger bent
* je een baby hebt die jonger is dan een jaar
* je een kind hebt met een hart- of longaandoening
* of als een van deze met een kinkhoestpatiënt contact heeft gehad
Kan iemand met kinkhoest naar de kinderopvang, peuterspeelzaal, school of werk?
Als een kind met kinkhoest zich goed voelt dan kan het gewoon naar de kinderopvang, peuterspeelzaal of school. Het kind is al besmettelijk voordat duidelijk is dat het kind kinkhoest heeft. Het kan andere kinderen al hebben besmet en daarom helpt thuishouden van het zieke kind niet om verspreiding van kinkhoest te voorkomen. Informeer wel de kinderopvang en de school. De leiding kan in overleg met de GGD eventueel andere ouders informeren, zodat die alert kunnen zijn op verschijnselen van kinkhoest bij hun kind, zonodig kunnen zij dan de huisarts raadplegen. Wanneer een kinkhoestpatiënt contact heeft gehad met een baby, informeer dan ook de ouders.
Kinkhoest gaat vanzelf over, al duurt het soms maanden. Rust kan ervoor zorgen dat iemand wat minder hoestaanvallen krijgt. Maar in bed blijven is niet nodig. Laat een kind met kinkhoest gerust spelen als het daar zin in heeft.
Een volwassene met kinkhoest die zich goed voelt, kan meestal gewoon gaan werken.
REAGEER OP DEZE BLOG