We proberen zoveel mogelijk samen te doen als er iets geregeld moet worden voor de kinderen. Erik en ik zitten naast elkaar bij de piano-uitvoering van Jens, we spreken gezamenlijk af bij ouderavonden op school, regelen onderling wie de jongens met hun spullen ophaalt of wegbrengt als ze van huis verkassen. Een computer neem je niet makkelijk mee op de fiets, zeker niet als dat andere huis 45 minuten verderop ligt.
Slecht nieuws
In de weken naar de schoolvakantie toe werd al duidelijk dat Jens zou blijven zitten. Voor de tweede keer op deze school… dat was slecht nieuws. Hij heeft het er naar zijn zin, een stap terug naar het VMBO is voor hem een afgang, hoe vaak we ook benadrukken dat hij ook daarmee heel veel mogelijkheden heeft.
Ik zit dus samen met Erik bij de mentor van Jens. Ergens vind ik het vreemd dat we zo vaak een complimentje krijgen dat we dat soort dingen gewoon met z’n tweeën doen, maar blijkbaar is dat lang niet altijd zo vanzelfsprekend. Ik heb genoeg redenen om boos op Erik te zijn en te blijven, maar ik wil de kinderen er zo min mogelijk van meegeven. Hij denkt er gelukkig net zo over.
Vermoeden van ADD
De school geeft aan dat ze ADD bij Jens vermoeden. Dat is al eerder aangekaart, maar we hebben toen het etiketje niet willen plakken. Het kind zat lekker in zijn vel, alleen op school ging het wat minder. Nu hij voor de tweede keer blijft zitten is het echt tijd om in te grijpen. En misschien hadden we dat wel eerder moeten doen…
Ik maak afspraken bij een kinderpsycholoog. Jens wordt uitvoerig getest. Op de basisschool is hij veel gepest, en ook dat komt ter sprake. Ik ben ongelooflijk trots op hem als hij ja zegt op het aanbod daar ter plekke over te praten, want met Erik en mij heeft hij daar nooit over willen uitweiden.
Gedurende een paar weken gaat hij twee keer per week naar Mariëlle, een bijzonder vriendelijke therapeute. Hij komt elke keer doodmoe thuis.
Medicatie
Als de diagnose ‘ADD’ officieel is gesteld, zitten Erik, Jens en ik een week later bij de kinderarts te praten over mogelijke medicatie. Jens wil graag meewerken, hij verlangt naar rust in zijn hoofd. Hij vindt het fijn dat er een diagnose ligt, dat hij snapt waarom hij zo snel afgeleid is en zich moeilijk kan concentreren op zijn schoolwerk. We besluiten samen met de arts voor Concerta te kiezen, een soort van Ritalin. ‘De bijwerkingen kunnen heftig zijn, maar dat verschilt per kind,’ legt de arts uit. ‘Het duurt een paar dagen voordat die verdwijnen’.
Thuis lees ik de bijsluiter goed door. Het liegt er niet om, maar Jens is vastbesloten: hij wil het proberen.
Die vrijdagavond vertrekt hij met zijn spulletjes naar Erik. Met hem bespreek ik nog even het gebruik van de medicijnen. Erik zal erop toezien, zegt hij.
Tot 100 tellen
De avond erop app ik Jens: ‘Hoe is het vandaag gegaan?’ Ik krijg geen antwoord. Ik wacht even, en app dan Erik. Geen antwoord. Ik besluit Frank te bellen, die neemt meteen op.
We kletsen even, ik vraag hoe het met Jens is. ‘Die ligt op bed’, is het antwoord.
‘O, mag ik papa dan even?’
‘Die is vanochtend weggegaan, naar zijn vriendin.’
Ik tel tot drie voordat ik antwoord geef. ‘Oké, wil je Jens vragen of hij me terugbelt?’
Een half uur later spreek ik een matte Jens. Hoofdpijn, moe, nog niets gegeten, want hij heeft geen trek. ‘Maar morgen probeer ik het weer, mam’.
Ik spreek hem wat moed in en tel tot 100 voor ik Erik bel.
Eline is vorig jaar na een relatie van 25 jaar gescheiden. Ze heeft een eigen bedrijfje als tekstschrijver en redacteur. De twee jongste kinderen, Jens (16) en Bob (15), wonen bij haar. De oudste, Frank, (18) woont bij Erik, haar ex.
REAGEER OP DEZE BLOG