Met de komst van p-te-p in mijn toch al complexe leven, breekt op meerdere gebieden een nieuw hoofdstuk aan. Om te beginnen heb ik weer een nieuwe liefde. Dat heeft invloed op mijn leven, die van de kinderen en zelfs mijn ex-to-be. P-te-p heeft zelf twee kinderen (3 en 0). Ik beïnvloed daardoor het leven van haar kinderen en ook het leven van haar ex. We hebben beiden een achterban van familie en vrienden. Die krijgen er ook mee te maken.
In ieder geval krijg ik er een extra rol bij. Het klinkt nog steeds raar in mijn oren, maar blijkbaar wordt ik ook een stiefouder. Dankzij Assepoester heeft dit een negatieve lading gekregen. En tegelijk voelt als een soort nep-ouder. Het is toch anders. We worden blijkbaar een samengesteld gezin. Ik lees er veel over en zie een belangrijke aanbeveling. Een stiefouder helpt corrigeren, maar de eigen ouder voedt op. Veel regels zullen (door onderling overleg) hetzelfde zijn, maar er zullen ook verschillen zijn. Een eerste inventarisatie leert me dat de slaaptijden van mijn meiden anders zijn. De opvang is anders geregeld. De spaarplannen voor later verschillen ook zeker. En zo zijn er meer verschillen. Verschillende die we elkaar en later de kinderen zullen moeten (kunnen) uitleggen.
Maar een ander verschil zal meer uitleg vergen. De toegang tot de ouders. Mijn meiden hebben elke week voor ongeveer de helft toegang tot mamma en pappa. En tussendoor, als daar aanleiding voor is. De kinderen van p-te-p hebben te maken met een bezoekregeling. Ik kan me het gekibbel straks al voor stellen. “Pappa, waarom ben je er wel de hele week voor mijn stiefbroer?” De andere kant op “Mamma, waarom mogen de stiefmeiden de halve week naar hun mamma?”. “We willen niet dat x-y-z weg gaat, we willen samen spelen.” En als ze ouder zijn. “Waarom krijgen de meiden wel rijles en ik niet?”. Hoe graag ik het zou willen, maar gelijktrekken zal nooit lukken. Hoe we die gesprekken gaan doen, weet ik daarom nog niet. Ik hou van puzzels die ik kan oplossen en dit lijkt niet oplosbaar.
Wat nu al wel plaats vindt is de namenstrijd. De kinderen vragen keer op keer wat hun achternaam is en hoe de familiebanden precies zitten. Dat leidt zelfs tot onenigheid. Zeker als de term stiefmamma en stiefpappa erbij wordt gehaald. Samen spelen is prima, maar je primaire ouder delen vinden zeker mijn meiden niet vanzelfsprekend. Ik blijf hun pappa. Geen discussie mogelijk. Omgekeerd zie ik hetzelfde. Het delen van p-te-p met mijn kinderen wordt ook met weerstand ontvangen. Die kruisbestuiving zal nog wel even in moeten zinken. Maar er is hoop. Zoals altijd heeft mijn jongste een inzicht die haar jaren ver vooruit gaan. Zij houdt het simpel. “We hebben nu allemaal twee mamma’s en twee pappa’s.”
In de gesprekken met en zonder de kinderen zijn we ons bewust dat we dit met veel geduld moeten aanpakken en de nieuwe kruisverbanden keer op keer moeten uitleggen. Kinderen leren nu eenmaal door herhaling en als we het als volwassenen ook vaak genoeg gaan herhalen, begrijpen we het misschien zelf ooit ook. Zeker is in ieder geval één ding. Mijn nieuwe gezin van twee volwassenen en vier kinderen passen niet in één auto. Dat is een probleem dat iedereen zal begrijpen en dat we op termijn op kunnen lossen. De rest volgt dan hopelijk vanzelf.
REAGEER OP DEZE BLOG