Inhoud blog
Op een onbewoond eiland
Voor de kust van het dorp lag een groep eilanden. De meeste eilanden waren niet meer dan een rots die uit het water rees, behalve het grootste eiland dat 2 km voor de kust lag. Dat eiland met een handjevol ouderwetse vakantiewoningen die alleen te voet bereikbaar waren, werd gekocht door een miljardair uit Londen. Hij zette een groep Roemenen en een jong managementpaar op het eiland en zij begonnen een grote, nee, ENORME operatie om het eiland te moderniseren. Deze operatie kreeg consequenties die ver en wijd voelbaar waren, en ook mijn leven raakten. Alsof een grote rots in een stilstaand dorpsvijvertje was gegooid en de golven tot ver over de oevers klotsten.
Heel veel mensen
Er was geen vastomlijnd plan, maar er moesten luxe vakantiehuizen worden gebouwd en wegen worden aangelegd. Er moest een sauna komen, een pub, een visrokerij, een moestuin. Er werd een kerk uit Noorwegen ingevlogen, en een hangar uit Engeland. Er was niets op het eiland: geen stroom, geen water en geen wifi. Er was nog nooit een auto op het eiland geweest, want: geen wegen. Nu waren graafmachines en vorkheftrucks nodig. Om de visie van de nieuwe eigenaar uit te voeren waren veel mensen nodig, heel veel mensen. Timmerlieden, bouwvakkers, elektriciens, loodgieters, dakbedekkers. Bijna het hele dorp werd ingehuurd en ver, ver daarbuiten. Mensen reisden dwars door het land om op het eiland te werken en zij moesten gehuisvest worden, want op en neer reizen was geen optie. Dus werden huizen in het dorp opgekocht, en deze huizen werden eerst verbouwd en gemoderniseerd, wat nog meer werk betekende. Er waren boten nodig om mensen en materialen naar het eiland te brengen, en bootslieden die de boten dag en nacht lieten varen.
Administratie
Ook ik voelde de opwinding van zo’n groot project, met zo veel potentie. De kinderen gingen nu allebei naar de lagere school en ik dacht er al een tijdje over om interessanter werk dan schoonmaken te zoeken. Ik was net voor mezelf begonnen als administratief ondersteuner in eigen dienst. Het eiland bood me de kans me in boekhouden te bekwamen. Zoals iedere andere medewerker werd ik zonder begeleiding of training in het diepe gegooid en ik groeide snel, van boekhouder tot financieel manager.
Mijn leven werd er een van extremen: extreem hard werken en extreem veel geld beheren. De bestedingen leken eindeloos; de hoeveelheid geld was obsceen. Ik was als Nederlandse al voorzichtig met geld en wij hadden jaren van een klein inkomen geleefd. Daarnaast gooide Paul nooit iets weg en zelfs restjes hout van bouwklussen werden bewaard, om later iets anders mee te maken of als aanmaakhout voor het vuur te gebruiken. Maar nu werkte ik op een plek waar duizenden ponden in materiaal werden verspild. Waar dagelijks tientallen rekeningen van leveranciers binnenstroomden, zonder dat daar ook maar één kritische vraag over werd gesteld. Er waren geen grenzen.
Veranderende visie
Door de jaren ging veel me tegenstaan op het eiland. Maar waar ik het meeste moeite mee had, was dat het werk van mensen, waar ze uren en uren in de wind en regen aan hadden gewerkt, schijnbaar schouderophalend door de eigenaar werd weg gewuifd. Hij was van mening veranderd, hij vond het toch niet de optimale plaats, kon de sauna twee meter naar rechts. Er was een vage visie op de toekomst. Het probleem was dat die visie dagelijks veranderde.
Paul werd niet gevraagd
Mijn nieuwe baan was zo veel meer dan alleen ander werk. Het bracht een beter inkomen, het bracht meer uitdagend werk. Het bracht contacten met veel meer mensen. Het bracht werk in een unieke omgeving, bij een uniek project. Het was enerverend en opwindend en regelmatig bizar en idioot. Maar het bracht ook spanning in onze relatie. Want… Paul was de enige dorpsbewoner die níet werd benaderd voor werk. Iedere andere inwoner, ongeacht leeftijd of vaardigheden, werd werk aangeboden. En Paul, die zeer capabel was en een ervaren all round bouwer, wiens vader jaren op het eiland had gewoond en gewerkt, werd niet gevraagd. Zijn broer, zijn zussen en zijn vrouw werkten op het eiland, maar hij was niet welkom. Dat deed zeer. Het was vernederend voor hem. Erger nog, het was ‘embarassing’. Vele jaren later weten we nog steeds niet wat daar de reden voor was, wie er precies achter zat. Maar het eiland kwam tussen ons in te staan. Ik kon thuis niet over mijn werk praten, want ieder woord over die plaats irriteerde hem. Hij wilde het niet horen, wilde er niets over weten. En er was zo veel te vertellen…
Huishouden was plaats van de vrouw
De hoeveelheid werk die ik moest verzetten groeide en groeide en mijn manager vroeg me regelmatig full time te werken. Maar ik wilde niet de jeugd van mijn kinderen missen. Ik streefde ernaar thuis te zijn als de kinderen uit school kwamen en ik probeerde mezelf te beperken tot 20 uur per week. Feitelijk was ik thuis ook nog met mijn werk bezig, omdat het zo véél was en de appjes in de groepsapp – die uit honderden mensen bestond – 24 uur per dag door gingen. Daarnaast stelde Paul zich op het standpunt dat hij het prima vond dat ik werkte (het inkomen was meer dan welkom voor ons gezin), maar dat ik verantwoordelijk bleef voor ons huishouden en het gezin. Als ik dacht die twee dingen te kunnen combineren, mocht ik zo veel werken als ik wilde. Zo lang ik maar niet op zijn steun in huis rekende…
Frankie: geboren in Breda in 1970, gestudeerd aan de universiteit in Tilburg, waaronder 1 jaar in Glasgow. Toen is mijn liefde voor Schotland ontstaan. Gewerkt in Nederland tot en met 2005, toen geëmigreerd naar Schotland. Vriend opgedaan, 2 kinderen gekregen, daarna getrouwd. Twee culturen in 1 relatie. Vijftien jaar samen, 10 jaar getrouwd en toen geleidelijk uit elkaar gegaan. Woon nu samen met 2 pubers, we improviseren rondom de scheiding. Ik vertel vandaag over mijn nieuwe baan en het feit dat het huishouden volledig op de vrouw neerkomt.







REAGEER OP DEZE BLOG