Van baby’s en peuters bij scheiding is het vaak moeilijk vast te stellen wat ze meekrijgen van de scheiding. Toch kunnen de gebeurtenissen hun gedrag beïnvloeden.
Druk en dwars gedrag
Peuters (jongens iets vaker) worden vaak drukker, dwars, geprikkelder en rustelozer.
Teruggetrokken gedrag
Sommige peuters trekken zich terug en spelen minder met leeftijdsgenootjes.
Dwingend/veeleisend gedrag
Peuters kunnen zich dwingender gaan gedragen dan eerst. Ook kunnen ze veeleisender worden. Vaak heeft dit te maken met onbewuste pogingen om de situatie thuis waarover ze geen controle hebben, te compenseren
Aangepast gedrag
Anderen vertonen extreem aangepast gedrag. Ze zijn netjes en gehoorzaam en lezen soms zelfs andere kinderen de les.
Verstoppertje spelen
Slimme peuters laten hun eigen verdriet even niet zien, als ze zien dat papa of mama verdrietig is. Ze willen hen geen overlast bezorgen
Sterke gerichtheid op verzorgende ouder
Het is normaal dat peuters sterk gericht zijn op de ouder die het grootste deel van de zorg heeft. Dit kan voortkomen uit angst dat als de ene ouders weg kan gaan, de verzorgende ouder dit ook kan doen. Deze kinderen hebben het vaak ook heel moeilijk als de niet-verzorgende ouder ze komt halen. Ze vinden het fijn om de ouder te zien en ze willen wel mee, maar tegelijkertijd willen ze niet weg zonder de verzorgende ouder. De wisselingen kunnen daardoor gepaard gaan met veel stress.
Weinig emoties tonen
Sommige peuters laten weinig van hun gevoelens zien; de scheiding lijkt hen op het eerste gezicht weinig te kunnen schelen. Meestal is het tegendeel waar. Ze weten zich geen raad met hun gevoelens en laten hun binnenkant voor wat het is. Of ze sluiten zich erg af voor hun gevoel als een soort overlevingsstratiegie.
Uitstellen van verdriet
Peuters kunnen hun eigen verdriet uitstellen als een ouder door zijn of haar eigen verdriet emotioneel niet beschikbaar is. Het kind wacht tot het voldoende veiligheid ervaart om te rouwen.
Regressie
Peuters kunnen terugvallen in oud gedrag. Ze kunnen zich wat baby-achtiger gedragen of gaan bijvoorbeeld weer om hun speen vragen, terwijl ze daar al vanaf waren.
Ontkennen wat er is gebeurd
Peuters kunnen hun pas ontdekte vermogen tot fantaseren gebruiken om te ontkennen wat er is gebeurd. Ze kunnen zichzelf wijsmaken dat papa (of mama) snel weer thuis komt of (de meest voorkomende fantasie) dat papa en mama over een tijdje weer gaan trouwen.
Met het ontkennen van de scheiding schuiven ze de realiteit nog een tijdje vooruit. Zo wapenen ze zich tegen de pijn en het verdriet.
Agressief gedrag
Dreumesen en peuters kunnen zich agressiever gaan gedragen.
Als bepaald gedrag heel sterk aanwezig is of heel erg lang aanhoudt, kan dit reden tot zorg geven.
REAGEER OP DEZE BLOG