Een nieuwe uitspraak is sinds een paar weken te horen. Uit het niets nam Inara, mijn oudste, afscheid met de volgende woorden: “Dag pappa, tot dinsdag!” Ik zie dit als een kleine mijlpaal in onze reis. Blijkbaar wordt de situatie steeds duidelijker en accepteert Inara de overdracht. Als verstandige vijfjarige heeft ze inmiddels begrepen en ervaren hoe de weken verlopen. En gezien haar vrolijkheid gaat het haar goed. Op school doen er zich niet veel problemen voor. Ze is af en toe een dromer, maar welke vijf jarige is dat niet. Toch raar trouwens dat dit een onderwerp is op school voor een vijf jarige. Maar goed. Zo zijn er meer kleine rare dingen in het leven. Ze drentelt nu aardig door het leven heen. Haar zusje Natalya drentelt anders door de weken heen. Bij mamma is ze de jongste en gedraagt zich daar naar. Popje en speen zijn daar nog aanwezig, wat op zich niet ongewoon is voor een driejarige. In ons huis gedraagt ze zich een stukje ouder, laat maar zeggen als een bijna vier jarige. Daar is ze niet de jongste, baby Selena is dat. Die heeft haar rol als baby van de familie over genomen en Natalya heeft haar baby popje (Timmie het schaapje) uit zichzelf afgestaan en in het ledikant van Selena gelegd. En laat ik Daniël niet vergeten. Met zijn vier jaar stuitert hij tussen de rest door. Hij is niet graag zonder de meiden, maar helaas komen die pas terug als het dinsdagmiddag is. Dat is een stukje waar hij nogal moeite mee heeft. De meiden lijken hem minder te missen, maar zijn dan ook altijd met zijn tweeën.
Ons samengesteld gezin kent dus vaak een verschillende samenstelling in een cyclus van twee weken. Voor ons als ouders is dat ook wel weer een zegen. Met vier kinderen is het altijd druk en wordt je als ouder snel een politieagent. Als je even niet kijkt heeft iemand weer wat gedaan. Soms grappig, soms minder. Individuele aandacht is dan wel lastig. En als de drie kleuters gaan spelen, dan ontstaat er binnen een minuut een soort speel explosie. Overal ligt speelgoed en ik waad daar, met gevaar voor eigen leven, door heen. Opruimen is ook ingewikkelder geworden. Als ik de aanwezige kinderen moet geloven heeft degene die er niet is, altijd de meeste rommel veroorzaakt. Daar heb ik wel een oplossing voor. Met een grote bezem veeg ik alles op een hoop en pak ik een vuilniszak. Paniek breekt uit en de kinderen gaan met een brok in de keel zo snel als ze kunnen opruimen. Bang als ze worden dat ik het dit keer echt weg ga gooien. Dit heb ik natuurlijk nooit gedaan, maar het idee alleen al is ondraaglijk voor de kinderen. Er is er altijd eentje die in een hoek gaat staan in de hoop dat de anderen dat niet merken. Het is voor mij een activiteit van streng doen en van binnen lachen. Zeker als Natalya nog even meldt dat opruimen toch wel erg saai is. En Daniël heeft de voorkeur om met hetzelfde speeltje heen en weer te gaan lopen, zodat het lijkt dat hij helpt. Inara is terecht de oudste kleuter. Zij ziet de vuilniszak staan en spoort de anderen aan tot meer actie. Per vijf minuten krijg ik daar weer een rapportage van. En dat is haar manier van zo min mogelijk hoeven op te ruimen.
De kinderen gedragen zich dus als echte broers en zusjes. Het woord stief komt daar niet in voor. Maar als de samenstelling verandert, passen de kinderen zich naadloos aan. Hun gedrag verandert in reactie op de verandering in mate van toezicht, bij welke ouder ze zijn en de dynamiek van de groep van het moment. Of zit daar meer achter. Ik begin te denken van wel. Ik begin in te zien dat deze kinderen best wel slimmer omgaan met de veranderingen, dan ik zou denken. Ze nemen moeiteloos de ruimte in die ze krijgen. En verkennen de grenzen. Dat is – denk ik – de ware boodschap van Inara als ze zegt “Pappa, tot dinsdag.” De ondertoon is “Pappa, het is weer tijd voor bij-mamma-gedrag.” En nu doet ze de sjaal wel om, die ze bij mij liever niet om wil.
Daniel is vorig jaar gescheiden. Hij blogt twee wekelijks over zijn leven als gescheiden man en alleenstaande vader. Sinds kort heeft Daniel een vriendin.
REAGEER OP DEZE BLOG