“Logisch dat je het druk hebt. En samengesteld gezin werkt in de praktijk bijna nooit. En dan ook nog je werk en elkaar. Dat moet toch ergens fout lopen?”
Een duidelijke uitspraak van iemand die er verstand van heeft. Moet ik me er iets van aantrekken? Ben ik een struisvogel als ik het zo maar naast me neer leg? Of moet ik juist de uitdaging blijven oppakken? Wie heeft de wijsheid? Ik in ieder geval niet. Ik blijf een goedwillende amateur in opvoedzaken. Ik heb er in ieder geval geen diploma voor gehad. Dat hoeft immers alleen bij adopteren. En een handleiding bestaat er ook al niet. Alleen meningen en ervaringen. En als je even zoekt op internet, dan vind je een hoop verhalen. En soms zit daar ook een succesje bij. Maar ongeveer 60 procent van de nieuw samengestelde gezinnen haalt de twee jaar niet. En ik passeer volgende maand de anderhalf jaar. Moet ik me zorgen maken?
Maar met menselijke relaties is iets vreemds aan de hand. Hoewel we kunnen zeggen dat de relatie van een bepaald percentage van de gehele bevolking stand houdt of niet, zegt het niets over een relatie op zich. Die lukt wel of niet. En in feite hoeft alleen de laatste stand te houden. Dus alle één of twee of honderd relaties die er aan vooraf gingen maken voor de toepassing van deze statistiek niet uit. En van gemaakte fouten kan je leren, als je dat wilt. En voor zover ik mijn fouten weet, probeer ik dat ook. Maar goed. Dit is mijn eerste samengesteld gezin. Dus ik heb nog alle kans om fouten te maken.
Als je echter het kind centraal zet, dan wordt het al duidelijker. Een kind vraagt niet of zijn ouders gaan scheiden. Laat staan dat er nieuwe mensen ineens ook mamma of pappa willen zijn. Kijk maar eens in de spiegel als een vreemde tegen je zegt dat hij of zij nu ook een ouder van je is. En je moet ze aardig vinden, blind gaan luisteren en ga zo maar door. Als volwassene accepteer je dat nooit. Raar dus eigenlijk dat we dat wel vragen aan en soms eisen van een kind. Het kind zit namelijk niet op een extra ouder te wachten. Een kind heeft niet gevraagd om al dit soort veranderingen.
Onze aanpak is daar ook naar. De kinderen (twee om twee) hebben twee ouders die samen het gezag uitoefenen. In wisselende samenstelling hebben ze ook met een stiefouder, oftewel een bonusouder te maken. Ik pretendeer daarom ook niet dat ik de vader ben van mijn bonuskinderen. Maximaal ben ik een vaderfiguur. Net als een kinderoppas handhaaf ik de regels met als enige toevoeging dat ik een stem heb in de totstandkoming daarvan. En soms daag ik p-te-p uit om iets scherper te zijn en omgekeerd. Maar ik ken mijn plaats.
En als bonusouder is dat een plaats met geduld en wachten. En daarbij vooral de keuze aan het kind laten. Ik ben de ouder van mijn eigen kinderen en de bonuskinderen mogen me pappa noemen, als ze dat willen. De keuze is aan hen en niet aan mij. En anders ben ik Ome Daniël. Die is dan weer verplicht. De exacte titel maakt me verder niet uit. Wel dat duidelijk is dat er enig gezag is. Niet omdat ik de baas wil zijn. Wel omdat kinderen een afgeschermd stukje wereld nodig hebben waar ze zich kunnen ontwikkelen. En daar zijn grenzen voor nodig.
En of het allemaal blijft werken weet ik niet. Of we bij de 60 of veertig procent gaan behoren weet ik ook niet. Hoewel een stelling vaak uitdagend is en het uitlokt om je gelijk te bewijzen, doe ik er niet aan mee. Ik laat het aan de kinderen over. En die zijn er helder in. Als, bijvoorbeeld, Natalya voor een vriendenboekje haar broertjes en zusjes moet opnoemen, dan is ze er duidelijk in. Samengesteld of niet, voor haar telt alles en iedereen mee. En die ballon laat ik heel. Ik heb er geen enkel belang bij om het op dit moment complexer te maken dan nodig. We gaan het allemaal zien en achteraf weten de anderen vast wel wat er allemaal mis gegaan was.
Daniel is vorig jaar gescheiden. Hij blogt twee wekelijks over zijn leven als gescheiden vader. Sinds kort heeft Daniel een vriendin en woont hij samen met haar en haar kinderen.
REAGEER OP DEZE BLOG