Een echtscheidingsconvenant is een document waarin u en uw partner de afspraken vastleggen die u rondom de echtscheiding heeft gemaakt. Aan de hand van recente jurisprudentie leg ik u graag uit:
- onder welke omstandigheden een dergelijk echtscheidingsconvenant kan worden vernietigd en
- of het mogelijk is een echtscheidingsconvenant gedeeltelijk te vernietigen.
Inhoud blog
Vernietiging van een echtscheidingsconvenant wegens bedrog
Hof Arnhem-Leeuwarden 12 februari 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:1298):
Partijen waren gehuwd in gemeenschap van goederen. In maart 2014 hebben zij een echtscheidingsconvenant gesloten. Daarin zijn zij als peildatum voor de samenstelling en omvang van de gemeenschap 31 december 2012 overeengekomen. Tot de gemeenschap van goederen behoorden de aandelen van de man in zijn B.V. Ten tijde van het ondertekenen van het echtscheidingsconvenant was de man bezig met de verkoop van zijn totale aandelenbelang. Hij verwachtte een opbrengst van circa 20 miljoen euro. Dit is destijds niet verteld aan de vrouw.
Zij zegt dat volgens de man de waarde van de aandelen in zijn B.V. eind 2012 niet veel verschilde van de waarde op het moment van ondertekenen van het echtscheidingsconvenant (maart 2014). Later heeft de vrouw begrepen dat het anders is en heeft zij gedeeltelijke vernietiging van het convenant gevraagd. De rechtbank en het hof hebben het beroep van de vrouw op bedrog gehonoreerd en het echtscheidingsconvenant gedeeltelijk vernietigd.
Wilsgebrek
Uit deze uitspraak volgt dat een echtscheidingsconvenant kan worden vernietigd als deze onder invloed van een zogenoemd ‘wilsgebrek’ tot stand is gekomen. Wilsgebrek is een begrip dat kortweg de situatie aanduidt waarin de wil tot een rechtshandeling gebrekkig is gevormd.
De wet benoemt vier wilsgebreken, te weten:
- bedreiging;
- bedrog;
- misbruik van omstandigheden en
- dwaling.
Drie voorwaarden voor vernietiging
Voor vernietiging van een echtscheidingsconvenant op grond van bedrog moet voldaan zijn aan de volgende drie voorwaarden:
1. Kunstgreep
Ten eerste moet sprake zijn van een kunstgreep. Dat kan zijn:
- een onjuiste mededeling;
- zwijgen waar spreken plicht was of
- een andere kunstgreep.
Aan de term kunstgreep moet een ruime betekenis worden toegekend. Met andere woorden, ieder misleidend gedrag en ieder bedrieglijk handelen of nalaten kan voor de betiteling ‘kunstgreep’ in aanmerking komen.
In de hierboven beschreven zaak is het hof van oordeel dat de man zich van verschillende kunstgrepen heeft bediend met het doel de vrouw met de voorwaarden van de echtscheiding akkoord te laten gaan.
2. Opzet
Ten tweede moet sprake zijn van opzet aan de zijde van de bedrieger. In dit kader stelt het hof voorop dat echtgenoten elkaar in verband met de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap juiste en volledige informatie behoren te verstrekken over de goederen en de schulden die van ieders zijde in de gemeenschap zijn gevallen.
Dat betekent in dit geval dat de man de vrouw tot aan de datum van ondertekening van het echtscheidingsconvenant op eigen initiatief van alle ontwikkelingen op de hoogte had moeten stellen.
3. Causaal verband
Ten derde moet een causaal verband aanwezig zijn tussen de kunstgreep en de rechtshandeling. Oftewel, dat het één, een logisch gevolg is van het ander. Het hof oordeelde in dit geval dat het voldoende was dat de vrouw de overeenkomst niet, of niet op de daadwerkelijk overeengekomen voorwaarden zou hebben gesloten als zij had geweten hoe het echt zat.
Verjaringstermijn
Tot slot is het van belang dat rechtsvorderingen tot vernietiging van een echtscheidingsconvenant kunnen verjaren. In geval van een beroep op bedrog geldt een verjaringstermijn van drie jaar. Deze termijn start op het moment dat het bedrog is ontdekt.
Gedeeltelijke vernietiging van een echtscheidingsconvenant
Conclusie A-G 15 mei 2020 (ECLI:NL:PHR:2020:487) en Hoge Raad 16 oktober 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1632):
De man en de B.V. zijn naar de Hoge Raad gegaan. Zij vinden dat het echtscheidingsconvenant niet gedeeltelijk kan worden vernietigd, omdat de bepalingen over de verdeling van de gemeenschap van goederen onverbrekelijk zijn verbonden met de rest van het echtscheidingsconvenant. Zij wijzen erop dat de wettelijke bepaling inzake bedrog bepaalt dat een echtscheidingsconvenant enkel in zijn geheel vernietigbaar is. De Hoge Raad is het niet met de man en de B.V. eens.
In principe biedt de wet in geval van bedrog geen mogelijkheid om een echtscheidingsconvenant gedeeltelijk te vernietigen. Dit neemt echter niet weg dat een gedeelte van het echtscheidingsconvenant na een vernietiging op grond van bedrog kan blijven voortbestaan. Dat blijkt uit de volgende wettelijke bepaling: “Betreft een grond van nietigheid slechts een deel van een rechtshandeling, dan blijft deze voor het overige in stand, voor zover dit, gelet op inhoud en strekking van de handeling, niet in onverbrekelijk verband met het nietige deel staat.”
Met andere woorden, er moet worden onderzocht of het gedeelte van het echtscheidingsconvenant dat nietig is al dan niet los kan worden gezien van het resterende deel. Als dat onverbrekelijke verband niet bestaat (lees: beide gedeeltes los van elkaar kunnen worden gezien), kan de rest van het echtscheidingsconvenant in stand blijven.
Kortom, degene die bevoegd is tot vernietiging mag zijn vordering op een gedeelte van het echtscheidingsconvenant richten. De wederpartij kan dan aanvoeren dat dit gedeelte niet los kan worden gezien van de rest van het echtscheidingsconvenant en betogen dat de nietigheid van het gehele echtscheidingsconvenant moet worden uitgesproken. Dat laatste is in dit geval door de man en de B.V. niet gevorderd.
Bevindt u zich in een echtscheiding of heeft u vragen over uw specifieke situatie, neem dan gerust contact met ons op. Wij geven u graag een persoonlijk advies op maat.
Daisy Mandema
De Boorder Familie-en Erfrecht Advocaten & Mediators
Lees ook de andere blogs van De Boorder Advocaten.
REAGEER OP DEZE BLOG