Wat gebeurt er met de eigenwoningschuld in de situatie van een stel dat gehuwd is in gemeenschap van goederen en in 2013 gaat scheiden? De man blijft in de woning wonen en koopt de vrouw uit.
De waarde van de woning is € 300.000, de gezamenlijke eigenwoningschuld op de woning is € 320.000 (aflossingsvrij).
De helft van de gezamenlijke eigenwoningschuld, zijnde € 160.000, behoort toe aan de man. Dit deel mag op basis van overgangsrecht aflossingsvrij worden voortgezet. Vervolgens koopt de man zijn ex uit voor een bedrag van € 150.000, zijnde de helft van de waarde van de woning. Het bedrag van € 150.000 is voor de man een nieuwe, extra, eigenwoningschuld. Wil hij over dit bedrag van € 150.000 recht hebben op renteaftrek, dan moet hij deze schuld ten minste volgens een annuïtair aflossingsschema in maximaal 360 maanden volledig aflossen.
Voor de vertrekkende partner geldt dat zij bij aankoop van een nieuwe eigen woning vóór 31 december 2014 op basis van het overgangsrecht € 160.000 als (bestaande) eigenwoningschuld aflossingsvrij mag aanhouden. Wil zij boven dit bedrag recht hebben op renteaftrek, dan zal het meerdere volgens een ten minste annuïtair aflossingsschema in maximaal 360 maanden volledig moeten worden afgelost. De vrouw realiseert door de uitkoop een negatieve eigenwoningreserve van € 10.000. Houdt zij hierdoor een restschuld, dan is de rente over deze restschuld maximaal 10 jaar aftrekbaar in box 1.
Voor de vaststelling welk deel van de lening moet worden afgelost en welk deel niet, moet naast de fiscale regels ook rekening worden gehouden met de Gedragscode Hypothecaire Financieringen/NHG-voorwaarden. Hierin staat dat het aflossingsvrije deel van de totale eigenwoningschuld in beginsel maximaal 50% van de waarde van de woning mag bedragen.
Houd rekening met de volgende twee versoepelingen:
Verhuisregeling: Wordt een eigen woning verkocht en uiterlijk op 31 december van het daarop volgende jaar een nieuwe eigen woning gekocht, dan is tot het bedrag van de oude eigenwoningschuld het overgangsrecht van toepassing.
Restschuld: Rente over een restschuld die is ontstaan van 29 oktober 2012 tot en met 31 december 2017, is maximaal 10 jaar lang aftrekbaar in box 1.
Bron: Fiscaal-Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden
REAGEER OP DEZE BLOG