Ik stel Erik op de hoogte van wat er is voorgevallen met Bob. Ik krijg een vreemde reactie, dat hij op dat moment niet kan reageren, maar er wel van schrikt. In mijn boosheid en frustratie zeg ik dat hij helemaal niet meer hoeft te reageren als hij kennelijk iets beters te doen heeft. Het resulteert in een vinnige berichtenwisseling, die ik afkap.
Een kop koffie met ex
Als ik even later gekalmeerd ben, stel ik hem voor een kop koffie te gaan drinken in de stad. Al dat gemail over en weer over onze depressieve zoon leidt tot niets, enkel tot bozige berichten heen en weer. Ik vertel hem het hele verhaal, dat Bob naast mijn bed stond, geen uitweg meer zag. Ik vertel over mijn angsten en zorgen, dat ik niet meer durf te gaan slapen omdat ik bang ben dat hij ’s nachts het huis uitgaat en niet meer terugkomt. En ik vraag hem waarom hij al maanden niet naar zijn zoon geïnformeerd heeft, waarom hij zo afwijzend reageerde op mijn berichten.
We praten lang en eerlijk. Aan het eind van het gesprek zijn er nog steeds heel veel vraagtekens van mijn kant, maar het voelt beter om op deze manier te communiceren. Er is weer een opening gecreëerd, een begin van een nieuwe contactvorm. Ik vraag hem ook om inspanningen te doen om te zorgen dat Renée zich normaal kan gedragen tegenover mij, zodat we in elk geval als volwassenen met elkaar om kunnen gaan. Hij belooft me dat.
Er is een uitweg
Met Bob heb ik veel kleine gesprekjes. Hij probeert me uit te leggen hoe hij zich voelde die nacht, dat hij echt het gevoel heeft zichzelf net op tijd in zijn nekvel te hebben gegrepen. Want zijn hele hoofd en lijf schreeuwden hem toe dat hij zich van het dak moest storten. Na een paar dagen zijn die gedachten wat gezakt, hij is blij dat er snel hulp komt.
‘Ik ben ongelooflijk trots op je’, zeg ik. ‘Je ziet, ik reageer niet met paniek. En er is altijd een uitweg. Wist je dat 98% van de mensen die ooit een zelfmoordpoging hebben gedaan, achteraf blij zijn dat het niet gelukt is?’ Hij knikt, ik heb het vast al eens genoemd. ‘Er is echt een uitweg. Je zult moeten gaan praten, maar dit keer ècht diep moeten graven. Alles op tafel gooien. Dat is niet makkelijk, maar het is de enige manier. Want zelf wil je ook niet dat je hierna nóg een keer terugvalt’. ‘Nee, alsjeblieft niet,’ zucht hij.
Ik wíl het niet!
Ik wist niet dat ik nog zoveel energie in me had, maar kennelijk is er ergens weer een blikje open gerukt. Het lukt me wonderwel om thuis de stemming erin te houden, positief te blijven, gezellig te doen. Maar zodra ik even de deur uit ben, of als Bob even naar buiten is met Doddie, slaat bij mij die paniek keihard toe. Dan bel ik een vriendin, mijn zus, iemand die wil luisteren. Ik wil het niet accepteren dat ik op een dag naast zijn kist sta. Ik wil het niet.
Eline is in 2014 na een relatie van 25 jaar gescheiden. Ze heeft een eigen bedrijfje als tekstschrijver en redacteur. De twee jongste kinderen, Jens (17) en Bob (16), wonen na de scheiding bij haar. De oudste, Frank, (19) woont bij Erik, haar ex.
Silvia - 1 dec 2017
Er is geen kerngezin meer. Waar je je normaal gezien, samen zorgen maakt over je kind (eren) of samen blij of trots bent doe je dat als ouders nu beide apart. Zeker als zich zo'n crisis voordoet lijkt me dat erg moeilijk. Fijn dat na het delen je toch wat rust ervaarde. Veel sterkte Eline!!
Eline Stap - 2 dec 2017
Dat klopt, Silvia, het kerngezin is er niet meer. En op zulke momenten is dat een groot gemis. Trots zijn is makkelijker in je eentje dan zo'n crisis aanpakken. Het gaat nu gelukkig weer beter, maar op die momenten voel ik me wel heel erg alleenstaand.