Ik ben weer eens heel blij met mijn vak. Het kost me weinig moeite om een goed profiel in elkaar te zetten. Voor de zekerheid laat ik het aan een goede vriendin lezen. ‘Ja,’ zegt ze, ‘dit is helemaal jij’. Een andere vriendin maakt wat foto’s van me waar ik best tevreden over ben. En nu sta ik op een datingsite.
Dating… een jungle is het!
Alles wat je erover leest, is waar. Na een paar weken al kan ik er boeken over volschrijven. Mannen die niet terugmailen, mannen die niet ophouden met mailen terwijl ik al nee heb gezegd, mannen die alleen maar een knipoog sturen of elke dag mijn profiel bezoeken en niets zeggen. Mannen die na een mailtje al willen afspreken, die mijn telefoonnummer willen, en heel soms mannen die duidelijk maar één ding willen. Een jungle is het!
Soms spreek ik af
Zo af en toe ontstaat er een leuk mailcontact, en spreek ik met iemand af. Dat levert meestal een redelijk gezellige avond op, maar soms ook een gevoel van paniek: hoe kom ik zo snel mogelijk weer van hem af? Een man met wie ik ga lunchen die binnen twee minuten zijn bord heeft leeggegeten omdat hij zonder iets te zeggen alles naar binnen schuift. Of die date die letterlijk zegt dat hij vrouwen indeelt in drie categorieën: leuk, lief en lekker. En ik val in die laatste. Of ik de volgende keer bij hem thuis wil afspreken. Nou, nee, dank je.
Profielen filteren
Ik word er niet wanhopig van, ik vind het vooral leerzaam. Ik leer al snel profielen te filteren, tussen de regels van het mailen door te lezen. Profielfoto’s zeggen ook best veel, trouwens. Foto’s waar duidelijk de ex-echtgenote vanaf is geknipt, een man op een zeilboot (moet er niet aan denken), op ski’s (idem), in een sportauto (krijg ik die erbij?) of drie foto’s van een paard en maar eentje van de man zelf. Halfblote mannen in het zwembad, mannen met een zonnebril en pet op, achter een fles bier. Klik, weg.
Zoon Bob gaat intussen goed
Bob is intussen met zijn studie begonnen, een MBO-opleiding in een andere stad. Dat betekent ’s morgens vroeg uit zijn bed om de trein te halen, en ’s avonds pas tegen etenstijd weer thuis. Hij is doodmoe als hij thuiskomt, maar hij is ook dolenthousiast over zijn opleiding. Het past helemaal in zijn straatje, hij heeft leuke klasgenoten. Op school heeft hij verteld wat er met hem aan de hand is. ‘Ik heb er niks aan om daar moeilijk over te doen,’ zegt hij. ‘Als ik nou een dag niet kan, dan weten ze tenminste waarom’. Wat een wijs kind. Hij moet geregeld een dag bijkomen, en ook in het weekend is hij helemaal van de kaart. Maar op maandag staat hij weer op tijd naast zijn bed, en ook eten gaat nu goed.
Het lijkt allemaal weer de goede kant op te gaan. Maar natuurlijk volgen er ook nu weer hobbels.
REAGEER OP DEZE BLOG