Hij heeft een vriendin. Hij heeft haar ontmoet nog voordat ik het huis uit was… Fijn voor hem hoor, ik gun hem zijn geluk, maar het is natuurlijk wel erg snel. Ik vraag hem om het stil te houden voor de kinderen, totdat het allemaal wat rustiger is geworden. Daar gaat hij mee akkoord.
Toch gaat hij elk weekend weg, ook als de kinderen bij hem zijn. ‘Ze zitten toch alleen maar achter hun computer’. Het begint op te vallen dat hij zo vaak weg is, tot Frank hem na een paar weken op een vrijdagavond vraagt waar hij steeds naartoe gaat. En hij vertelt hen hoe het zit. Hij belt me op om te zeggen hoe het is gegaan, de jongens hebben eigenlijk niet gereageerd. ‘Oh’ was zo’n beetje de algehele reactie. Hij is opgelucht dat dat zo makkelijk is gegaan, en vertrekt naar zijn kersverse geliefde.
De afspraak was dat ik zaterdagmiddag in zijn huis zou komen. De kinderen vinden zijn huis erg fijn (logisch, heel groot, hun eigen vertrouwde kamer), en het is onzin dat ik in mijn eentje in mijn nieuwe huis zit terwijl Erik weg is. Ik zorg voor het eten en ga dan weer naar mijn eigen huis. Even met zijn allen aan tafel zitten.
Maar na het telefoongesprek sta ik perplex. Ik heb ook niet heftig gereageerd, het gesprek was afgelopen voor ik er echt iets over wist te zeggen. Het is al laat op de avond als hij me belt, de volgende dag ga ik eerder dan afgesproken naar zijn huis. Ik vind daar drie hoopjes ellende. Vol vragen, vol ongeloof, vol boosheid.
‘Mama, hij kent haar al een paar weken,’ zegt Frank tussen zijn tranen door. ‘Al voordat wij wisten dat jullie uit elkaar zouden gaan.’ Bob is woest, boos dat zijn vader mij zo snel aan de kant schuift en het met een ander doet. Jens is stil en verslagen. Ik zeg dat ik papa een lieve vriendin gun, dat ik niet jaloers ben, dat ik niet gekwetst ben. Maar dat ik begrijp dat het voor hen heel verwarrend is.
Ik pak de telefoon en probeer Erik te bellen, maar het duurt een paar uur voordat ik hem kan bereiken. Ik ben laaiend als ik hem uiteindelijk spreek.
‘Goh, dat is ook niet eerlijk van ze, dat ze nou tegen jou zo tekeer gaan,’ is zijn antwoord. Ik vraag hem om eerder thuis te komen, dit moeten we samen met de kinderen bespreken. Hij belooft zondagochtend thuis te komen in plaats van zondagavond.
Ik rij naar een speelgoedwinkel, koop een paar waterpistolen en supersoakers. Het is prachtig weer buiten. Ik leg alles klaar op de tuintafel, vul één klein waterpistool en loop naar boven. Jens ligt op zijn bed, half in slaap. Ik spuit hem nat, hij schrikt op, maar dan verschijnt een grote grijns op zijn gezicht. Ik ren voor hem uit naar de tuin, Bob en Frank zien ons gaan. Die hebben geen aansporing nodig. Een uur later zijn we allemaal drijfnat en zijn ze een hoop energie weer kwijt.
’s Avonds aan tafel snijd ik het onderwerp ‘vriendin’ weer aan. Ik verzeker ze dat ik niet boos ben op papa, dat we als vrienden uit elkaar zijn gegaan. Ze vinden het nog steeds raar, maar kennelijk zinkt het nieuws nu iets beter naar beneden.
Als ik later die avond in mijn eigen bed lig, ben ik doodmoe.
Eline is vorig jaar na een relatie van 25 jaar gescheiden. Ze heeft een eigen bedrijfje als tekstschrijver en redacteur. De twee jongste kinderen, Jens (16) en Bob (15), wonen bij haar. De oudste, Frank, (18) woont bij Erik, haar ex.
REAGEER OP DEZE BLOG