Scheiden doet lijden is een waar begrip. Mijn ex-to-be en ik doen ons best om alles in goede banen te leiden. Hulp van derden is daarbij nodig. Niet alleen van onze bemiddelaar Martin, maar ook de directe omgeving. De meeste hulp wordt aangeboden aan mijn ex-to-be. Op zich al vreemd, maar men verwacht dat ik het zelf wel red. En dat is lastig. Bij het (op)delen en splitsen van het huwelijk gebeurt er iets soortgelijks. Het wordt er niet eenvoudiger op zo.
Kinderen zijn als eerste niet deelbaar. We hebben er twee en het is de bedoeling dat we ieder een kind op ons huisadres in laten schrijven. Als een bevestiging van ons co-ouderschap. Gelukkig hebben we een even aantal kinderen denk ik dan maar. Dit gaat wel lukken zo en kunnen we later goed uitleggen aan de kinderen.
Het (ver)delen van spullen gaat in stappen. Persoonlijke zaken blijven persoonlijk. Over dierbare zaken doen we niet moeilijk. Deze categorieën vallen onder het “emotionele eigendom”. Andere spullen worden aangewezen aan de een en dan weer aan de ander. “CD van jou, CD van mij” zal ik maar zeggen. Mijn ex-to-be krijgt de ene na de andere inboedel aangeboden. Dat gun ik haar uiteraard. Maar ik baalde wel toen bij mij de droger en de wasmachine kort na elkaar stuk gingen. Ik heb nu geen geld voor nieuwe, dus pech. Mijn ex-to-be heeft wel wat in reserve staan, maar dat zijn haar spullen. En tsja, na de peildatum wil ik daar niet aan komen. Dit is onverwacht ongemakkelijk. Gelukkig biedt zij na wat vijven en zessen aan, dat ik haar spullen mag gebruiken.
Huisdieren zijn nog veel lastiger. Mijn ex-to-be gaat onze honden mee nemen, omdat ze van mening is dat ik niet voldoende voor ze kan zorgen met mijn fulltime werkweek. Al ben ik nu nog druk op zoek naar werk (wie heeft er nog een goede service- of it manager nodig?), maar ze heeft een punt. Het zijn ook mijn honden, dus ik ga wel de dierenartskosten betalen. Uiteraard delen we de zorg nog, nu we nog in hetzelfde huis wonen. Het is onderdeel van ons co-ouderschapsrooster. Maar nu heeft mijn ex-to-be uitzicht op tijdelijk woonruimte. Het is te klein om ons ouderschapsplan meteen tot uitvoering te brengen, maar zal mijn ex-to-be wel wat ademruimte geven. We bedenken dat we wellicht als tussenstap kunnen gaan birdnesten. De honden worden dan echter wel een probleem. Ze mogen mee, maar mijn ex-to-be vindt het lastig om ze een paar keer per week van locatie te laten wisselen. We hebben immers geen auto op dit moment, dus ik begrijp dat wel. Maar ja, nu komt de zorg voor de dieren voor 90% op mijn schouders. Dat gaat me ook weer wat ver. Ik beroep me op de gemaakte afspraken en ik heb niet de ruimte om anders dan dat te doen. De eerdere claim van mijn ex-to-be onderschrijft dat, vind ik persoonlijk. Of het nu – ook – mijn honden zijn of niet.
Wat deze voorbeelden laten zien is dat met het ontrafelen van het huwelijk ook goede zaken verdwijnen. Met name de wederzijdse zorg en automatische hulp verdwijnen. Vijf jaar geleden zou mijn ex-to-be geen 5 sec nagedacht hebben over het witgoed probleem en ik zou naar beste vermogen alles rond de honden geregeld hebben. Maar de (op)deling, zeg maar splitsing, zet langzaam maar zeker in. Maar nu zit er al een kloof tussen ons die directe hulp ingewikkelder maakt. De afspraken uit het ouderschapsplan, het scheidingsconvenant en bijbehorende rapportage is nu iets waar we aan refereren. Het is nog niet klaar, maar het werkt al wel. Het voelt wel raar aan, maar ik denk dat het zo moet gaan. We zullen meer en meer onze eigen boontjes moeten doppen en ons aan de overeengekomen regels houden. Ik denk dat hiermee ook onze sociale scheiding begonnen is en we de eerste stapjes zetten naar twee gezinnen, in plaats van een samengesteld gezin. Dat we nu nog in een huis moeten wonen maakt dit wel lastig om de juiste balans en toon te blijven hanteren.
REAGEER OP DEZE BLOG