We leven inmiddels een maand of vijf na de zitting op de rechtbank waar de voorlopige voorziening voor partneralimentatie diende. Mijn doel was dat er eindelijk eens wat beweging in de hele zaak zou komen. Dat hij misschien nu wel open zou staan voor overleg, water bij de wijn zou willen doen, we samen tot een nette afronding zouden kunnen komen. Zoals ik al vermoedde, X was not amused dat hij van een rechter kreeg opgelegd dat hij mij na drieënhalf jaar “opeens” geld moest gaan betalen. Maar ik had nog steeds alle vertrouwen. Kennelijk was er nog meer voor nodig om mij te doen laten inzien dat ik al lang niet meer dezelfde man voor me had waarmee ik zo lang samen was geweest.
Zijn eerste actie was om acuut te stoppen met bij te dragen voor onze twee (inmiddels meerderjarige) thuiswonende kinderen. Ze wonen overigens voor het grootste deel van de tijd bij mij. Hij besloot dat ze nu zo groot waren dat de kinderalimentatie voortaan rechtstreeks naar hen werd overgemaakt. Prima. Ware het niet dat hier allerlei ‘voorwaarden’ aan werden verbonden. Het gezegde is niet voor niets: wie betaalt, die bepaalt.
Ten eerste kreeg het ene kind het wel en de ander het niet. Opgaaf van reden voor degene die niets kreeg: hij zat niet op school. Hij werkt parttime in afwachting van de start van de nieuwe opleiding. Dit besluit veroorzaakte niet alleen een hoop onrust tussen de kinderen onderling maar ook tussen de jongste en zijn vader. Ten tweede werd er bij vermeld dat er geen cent naar mij mocht gaan voor ‘kost en inwoning’, want dat regelde hij wel met mij (niet dus).
Om uiting te geven aan zijn frustratie over het (tijdelijke) besluit van de rechtbank betrok hij onze kinderen er dus bij. Zij werden ingezet om bij mij een punt te maken. Diep triest jazeker. Ik was perplex. Onnozel van me? Ook. Want nee, dit had ik niet zien aankomen. Net zoals ik alle eerdere wendingen, acties, abrupte eenzijdige besluiten niet had zien aankomen. De kinderen waren de dupe. Degene die niets van hem kreeg begreep het niet, voelde zich verongelijkt en benadeeld, de ander was blij dat hij ineens geld kreeg dus voegde zich al snel naar de eisen en wensen van zijn vader.
En ik? Ik slikte maar weer eens. Ademde in en uit… en liet het gaan. Besprak het niet met de kinderen, wilde ze niet in een nog lastigere positie brengen dan ze al zaten. Ook hier kon en kan ik niets doen. Voor de wet zijn we nog steeds getrouwd. De gemaakte afspraken over de kinderen en de kosten staan keurig op papier maar zijn nooit door een rechtbank bekrachtigd. Omdat ze nu meerderjarig zijn kan ik niet meer voor hun belangen opkomen. Als ze het niet eens zijn met hun vader of als hij in gebreke blijft dan zullen ze zelf een zaak tegen hem moeten aanspannen. Dat gaan ze gelukkig nooit doen. Ze reageren net als ik. Het is wat het is en daar zullen we het mee moeten doen.
Olivia, is 43 jaar, heeft 3 puberkinderen en is ruim 3 jaar geleden in een scheiding beland waar ze nog steeds mee worstelt.
REAGEER OP DEZE BLOG