Voordat ik ex leerde kennen was ik een zelfstandige vrouw met een eigen mening. Ik reisde met rugzak de wereld rond, had m’n eigen koopappartement en een goede baan. Nou zullen mensen zeggen dat daar niet veel aan veranderd is. De baan is er nog steeds, het appartement inmiddels ingewisseld voor een koophuis en die eigen mening ventileer ik ook maar al te graag. En toch voelt het niet alsof ik zelfstandig ben. Of eigenlijk moet ik zeggen: voelde. Want bijna 2 jaar na de scheiding begin ik eindelijk weer een idee te krijgen van wie ik ben. Mezelf.
Ik kan nooit zo goed duiden wat er gebeurd is tijdens m’n relatie. Ik was zeker niet de ondergeschikte van de twee. Ex en ik waren aan elkaar gewaagd. En toch, zeker in die laatste 5 (zware) jaren kreeg ik steeds meer het gevoel buiten mezelf te staan. Alsof ik vanaf een afstandje keek naar iemand die aan het overleven was in een moederrol. Diezelfde persoon die steeds meer ging geloven dat het allemaal aan haar lag. Dat ze zich niet zo moest aanstellen als ex weer eens een niet zo fraaie actie uithaalde. Kijkend naar iemand die zichzelf steeds meer een zeikerd begon te vinden. Omdat dat haar zo vaak werd verteld.
Diezelfde persoon is na twee jaar aan het opkrabbelen. Niet van de scheiding; dat was een geschenk. Maar wel aan de subtiele psychologische oorlogsvoering. Die er in zekere mate nog steeds is. Omdat ex de afspraken uit het ouderschapsplan aan z’n laars lapt. Of beloftes die hij heeft gedaan op het allerlaatste moment niet nakomt. Zoals het mogen lenen van zijn auto voor de wintersport.
Ik had beter moeten weten. Toch kwam de last minute mededeling dat ik ander vervoer moest regelen voor de wintersport als donderslag bij heldere hemel. Ex blijkt definitief niet meer te vertrouwen. Twee weken voor vertrek heb ik een probleem. Waar haal ik in de krokusvakantie nog geschikt vervoer vandaan? Mijn eigen auto is dat zeker niet. Of toch wel? Ik kan niet anders; bus, trein, vliegtuig….. alles is volgeboekt. Met de moed der wanhoop stap ik samen met dochter B. in mijn eigen koekblik. Voor 900 lange kilometers naar Oostenrijk. De eerste 200 kilometer hoor ik ieder piepje en zie ik mezelf uren langs de kant van de weg staan. Of door een 250 kilometer per uur rijdende BWM de vangrail in gereden worden. Maar na 300 km ronkt het koekblik nog steeds naar alle tevredenheid. Kleine domper is dat 30 kilometer voor het hotel in het pikkedonker m’n navigatie uitvalt. Een lichte vorm van paniek maakt zich van me meester. Maar ook dat lost zich na verloop van tijd op. Dochter B. met een stijf volgevloekte spaarpot achterlatend, dat dan weer wel*. Uiteindelijk bereiken we het hotel. De auto heeft zich keurig gehouden, dochter B is het meest ideale reismaatje dat er bestaat en ik heb heerlijk luidkeels my guilty pleasure André Hazes mee kunnen zingen in m’n eigen auto. Ik ben trots met een hoofdletter T. Het hele end in m’n eentje gereden. Zonder problemen. Je zelfstandigheid raak je niet kwijt. Of beter: kent geen tijd.
*: dochter B. en ik hebben de afspraak dat als we over en weer vloeken, we elkaar € 0,20 betalen.
Mijn naam is Astrid, ik ben 44 jaar en supertrotse moeder van een dochter van 6. Sinds mei 2015 gescheiden met co-ouderschap. Hoewel de scheiding soepel ging, ex en ik prima met elkaar over weg kunnen en ook de jongedame haar draai lijkt te hebben gevonden, is het voor alle drie toch ‘zoeken’ naar het hoe nu verder. Als individu maar ook samen.
REAGEER OP DEZE BLOG